Het gedeelte rock vinden we voornamelijk aan het eind van het album in het (bonus)nummer Static Flow en het mooie By Now waarin Mayken Hoessen (The Voice) een aanzienlijke rol vertolkt. Het nummer zou je als ballad kunnen kwalificeren, maar is toch meer dan dat. Een singer/songwriternummer met (rock)ballen is misschien beter op zijn plaats. Ook het nummer Sting dat vrij rustig begint, maar zich al snel ontpopt als stevig rocknummer past binnen bovengenoemde categorie. De brug tussen de rock aan het eind en de meer metalkant aan het begin van het album wordt gelegd in het akoestische The Passage.
Dat de eerste vijf nummers meer richting de metalkant neigen te gaan, komt mede door het samenspel in clean vocals en grunts van gitarist/zanger Sven Herssens en zanger Louis Soenens. In Cold Eyes laat Fields Of Troy al horen dat ze weten hoe ze een degelijk metal/rocknummer weten te schrijven. De melodie spreekt aan, er ligt een goed refrein in de opbouw en elementen uit de nu-metal worden naadloos verweven in dat alles. In 402 lijkt de grove zang/grunt meer nadruk te krijgen. Het is zeer zeker een meerwaarde voor het totale geluid dat af en toe doet denken aan Paradise Lost. Dat stevige diepe zanggeluid in combinatie met een vol en krachtig geluid en keiharde beukende riffs laten het gonzen in de onderbuik. Geen verrassingen zoals bij het paard van Troje, maar gewoon puur eerlijke stevige metal dat zijn vervolg krijgt in het aanstekelijke Chapel Of Hate. Na een klassiek intro met gitaar walsen bassist Jürgen Elias en drummer Wesley Decru er stevig overheen. Ondertussen laat het gitaarduo Sven Herssens en Nick Vanduynslager zich niet onbetuigd om hun partij daar weer tussendoor te spelen.
Mijn kennismaking met deze Belgen bevalt me heel goed. Het door Ace Zec geproduceerde Hardship heeft een sterke aantrekkingskracht en laat me even niet meer los. De nummers bieden een krachtig geluid terwijl ze gewoon verdomd lekker in het gehoor liggen. Een bijzonder album dat navolging verdient.