Fleshgod Apocalypse – Opera

Het was al enige tijd stil rond Fleshgod Apocalypse na het album Veleno in 2019. Dat had alles te maken met het tragische klimongeluk dat voorman Francesco Paoli kreeg in 2021. Een ongeluk dat ervoor zorgde dat hij mentaal en fysiek enige tijd uit de roulatie was. Voor Veleno had hij de drumkit verruild voor de gitaar en zang en nu hing hij bewusteloos honderden meters boven de grond slechts gedragen door een touw. Een moment waarbij hij zich bewust werd van zijn sterfelijkheid als mens. Wat laten we eigenlijk na wanneer we sterven? Een uitgangspunt dat centraal zou gaan staan bij het nieuwe en zesde album van de band Opera.

Na het klassiek en opera georiënteerde Ode To Art (De’ Sepolcri) geeft Fleshgod Apocalypse in I Can Never Die het antwoord meteen. Als artiest maak je muziek en eenmaal opgenomen en uitgebracht gaat het een eigen leven leiden en heb je er geen invloed meer op, maar is het tevens je nalatenschap. I Can Never Die is gegoten in een fraaie portie deathmetal waar je u tegen kunt zeggen. Het is overweldigend en het samenspel tussen de operazang en de grunts van Francesco zijn indrukwekkend. Refrein en couplet smelten in elkaar en laten je sidderen in de stoel. De deathmetal die de band neerzet is niet rechtoe-rechtaan. Na drie minuten is er moment van relatieve rust, gaat het tempo wat omlaag en mag de solo er zijn. Na de zangpartij met piano wordt het gaspedaal echter weer vol ingetrapt. Pendulum is gevoelsmatig een logisch vervolg. Het was de eerste compositie die Francesco schreef na zijn dans met de dood in 2021. Het schrijven over en delen van zijn ervaring was onderdeel van zijn revalidatie. Het ademt bombast en de contrasten zijn enorm. Met de overweldigende forse muziekstukken krijg ik hetzelfde gevoel dat Septicflesh mij geeft. Eén van volledige overgave, van onderwerping aan de kracht van de metal. Met vette riffs en strak drumwerk. Dat Fleshgod Apocalypse zich op dit album heeft laten inspireren door opera’s wordt goed duidelijk.

Bloodclock is de derde compositie die direct gelinkt kan worden aan de klimervaring. Het intro is lieflijk akoestisch neergezet maar code geel hangt in de lucht. De riffmachine laat zich niet meer remmen en werkt naar een soort horrorachtig stuk zang waar de spanning in de lucht hangt en je Francesco hangend aan een touw kan invullen in de slinger van deze bloodclock. Het drumwerk is subliem neergezet en krijgt halverwege ruim aandacht. De reizang die de zang van Francesco begeleid, zorgt voor meer diepte en Veronica Bordacchin laat horen waarom zij een meerwaarde is in het totale geluid.

Aan de basis ligt binnen het operakarakter de deathmetal steevast ingebeiteld. At wAr With My Soul is daar geen uitzondering op. De vibe is zwaar en sterk langdurig ingezet tot er naar het einde tijd vrij komt voor een tempowijziging. Veronica klinkt enigszins getergd wat zich in Morphine Waltz uitbreidt met meer hysterie.

Hier gaat het allemaal nog wat sneller en duurt het even voor je de overdosis muziek als brij tot je door kan laten dringen. Hier komt pure emotie op je af dat je streelt met een fijne gitaarsolo.

Dan is Matricide 8.21 meer toegankelijk. De zang lijkt op dit punt op het album even minder belangrijk en zeker minder aanwezig op de voorgrond. Het past allemaal en klinkt heerlijk. Een deathmetaloase voordat Per Aspera Ad Astra uptempo van start gaat. Fleshgod Apocalypse weet wel hoe ze de aandacht vast kunnen houden door veel variatie te gebruiken.

Till Death Do Us Part en Opera eindigen het album mooi in stijl. Het is innemend, mooi en rustig. Langzaam kun je alle ervaringen die je hebt mogen ervaren op Opera een plaats geven in de bewustzijn. Het pianogeluid in afsluiter Opera helpt je daar zeker mee.

Opera is een kunststukje. Opera en metal gaan hand in hand op een zeer natuurlijke manier. Gojira liet dat ook al horen bij de opening van de Olympische Spelen. Er zijn blijkbaar genoeg raakvlakken. En Fleshgod Apocalypse weet dat op het album Opera mooi neer te zetten.

Related posts

Kingfisher Sky – Feeding The Wolves

1000Mods – Cheat Death

Joy Shannon – An Chailleach