De nummers omvatten dan ook inderdaad zeer diverse stijlen uit de afgelopen decennia. Daarmee komt echter ook een wat onbestemd gevoel naar boven. Voor mij ontbreekt op het eerste gehoor op Flying Colors een soort rode draad. Het is een soort muzikale kermis waar uit de verschillende attracties de muziek uit de speakers knalt. Met Blue Ocean gaan de heren goed uit de startblokken. Het is het tweede nummer dat ze samen schreven en ademt een sfeer van een uptempo Steely Dan. Het zit goed in elkaar en de zeven minuten zijn voorbij voordat ik er erg in heb. Shoulda Coulda Woulda rockt lekker weg, waarbij het geluid en de invloed van Steve Morse goed aanwezig zijn. Over Kayla zeggen ze zelf dat ze het onmogelijke mogelijk hebben gemaakt en dat het zeer bijzonder is. Opmerkelijk is het middeleeuws introotje maar het nummers kabbelt daarna wat door. De samenzang in het nummer klinkt wel bijzonder goed en de gitaarsolo is eenvoudig doch doeltreffend. Met The Storm en Forever In A Daze laten onze muzikale virtuozen horen, dat ze wel weten hoe nummers geschreven moeten worden en liggen lekker in het gehoor. Love Is What I’m Waiting For is een soort mix van 10cc met wat Beatles. Met Everything Changes doen ze wat rustiger aan. Het nummer is wat gevoelig, maar haalt het qua intensiteit niet bij een band als Saybia die eenzelfde soort nummers schrijft. All falls Down is weer een uptemponummer waarbij Muse om de hoek komt kijken. Slotnummer Infinite Fire duurt ruim 12 minuten en is het meest complexe nummer van de cd. Het heeft wat jazz en Yes-invloeden en kent een ruim aantal ritmewisselingen. Het geeft zo aan het eind van de cd wel een prettige afsluiting.
Over het algemeen is Flying Colors niet de meest toegankelijke cd die ik de afgelopen tijd in mijn speler heb gehad. Het kostte mij zelf wat moeite om vooral de laatste nummers te gaan waarderen. Flying Colors is een goede gelegenheidsformatie die elkaar heeft kunnen vinden op het kruispunt van muzikale invloeden. Maar het is wennen.