Over een referentie die ze zelf vaak en nadrukkelijk naar voren schuiven, valt te discussiëren: Crosby, Stills, Nash en Young. Ja ze hebben bij Fooks Nihil die hang naar close harmony, maar dat deden ze bij CSN&Y toch op twee niveaus hoger. De Duitsers blijven te vaak hangen in koortjes met ooh en aah, terwijl de Amerikanen vier topzangers hadden die elkaar vocaal konden uitdagen in hun samenzang. De gitarist van Fooks Nihil leren we hier ook (nog) niet kennen als de evenknie van Neil Young. En als we heel eerlijk zijn: ook in het schrijven van een catchy refrein, zo eentje dat je je ook morgen nog meteen voor de geest kan halen, schieten de Duitsers te kort. Maar wat ik hier als minpuntjes opsom, deden ze eind jaren ’60, begin jaren ’70 ook niet allemaal of altijd correct.
Wat wel duidelijk is, is dat Fooks Nihil meesters zijn in het neerzetten van de juiste sfeer. Na twee tracks waan je je op het strand van de Amerikaanse Westkust met een joint tussen je vingers, bloemen in je lange haar en dromend van de vrije liefde. Het is bij momenten tantrisch en meeslepend, met een sitar, een psychedelisch orgeltje of een lange jam met gitaarsolo’s. Net zo goed leggen ze al eens het accent op de lyrics in een eerder ‘brave’ en klassieke rythm & blues-compositie. Voor mij zitten de beste tracks helemaal in het begin: Insight Of Love, What’s Left en Tales, maar ga ze vooral zelf ontdekken op Bandcamp.