Obscura bouwt in de teksten van Obscura voort op het verhaal van hun EP Everflame (uit 2019). Everflame ging over het gevecht van de band tegen de duisternis. Ze volgden de taak die hun was opgelegd door een godin, om de Everflame te bewaken, het vuur brandend te houden en zo de hoop levend te houden. Er waren in het verhaal tijden dat het leek alsof de vlam zou uitsterven, twijfels slopen binnen en moeilijkheden leken zich op te stapelen. Maar zolang ze samen bleven, zou de band het vuur brandende houden. Dat was de EP. Het nieuwe album vertelt het verhaal van de band die hun taak om de Everflame te beschermen afrondt en terugkeert naar de wereld die ze eeuwen geleden achter zich lieten. Al snel merken ze dat deze wereld niet meer dezelfde is. De band trekt erop uit om hun ‘oude’ wereld opnieuw te verkennen. Elk nummer op het album is zo de (her)ontdekking van een andere plek, een veel duistere wereld dan degene die ze achtergelaten hadden. Dat is een lange uitleg, maar ook zonder die ‘achtergrond’ is Obscura een interessant album.
Het duurde drie jaar om dit album op te nemen en er kwam ook nog een succesvolle crowdfundig aan te pas. Geduld en hard werken wordt altijd beloond en dat geldt zeker voor dit album. Band en producer hebben hun tijd genomen en dat betaalt zich terug. Elke noot, zanglijn, melodie, elk detail op dit album is tegen het licht gehouden na de opnames. We gaan niet zover om te stellen dat Obscura aan de perfectie grenst, maar onze gedachten gaan wel in die richting. Vooral tracks als Mirage, waar metal en filmmuziek elkaar vinden, zijn van een uitzonderlijk niveau.
Return Of Time is als eerste volwaardige track van het album meteen het visitekaartje van het album, met zijn bombastische arrangementen als overtreffende trap van symfonische metal. Blackout Queen gaat mooi op dat elan door. Reflection is een bijzondere track die begint met een soort opwindmuziekje dat je voor een baby afspeelt om daarna full blown dark/haunting bombastic metal te gaan. Path Of The Nomad is van een heel ander kaliber en is meer een fluwelen epic power/folkmetal. Free Me heeft een lekker spooky intro en lijkt te gaan openbarsten tot een volwaardige track, maar wordt afgeserveerd als een instrumentaal tussendoortje. Spirit Of The Sea is het broertje van Path Of The Nomad. Chaos is degelijk, maar (tot halfweg de track) voor dit album wel heel klassiek. Een track die elke symfonische metalband uit zijn mouw kan schudden. De break halfweg met de Oosterse geluiden is wat vergezocht en gelukkig komt dan een stuk met meer power, toch lijkt het allemaal wat slordig en weinig samenhangend.
Euphoria is de eerste single van Obscura en zeker één van de meest toegankelijke tracks van het album, maar misschien niet de sterkste. Het is allemaal wat gladjes, te gepolijst, te weinig scherpe randjes. Op een Songfestival scoor je hier gegarandeerd mee. Dan heb ik het meer voor het tribale Tears Of Gold. Intrigerend, maar je wordt er wat meer moeite voor nemen.
Obscura sluit af met de piano/powerballad New World waarop zangeres Elyn alle tijd en ruimte krijgt om haar talent te delen met de wereld. Muzikaal zijn er nog te veel toevoegingen die de concentratie van de luisteraar in de weg staan.
Obscura toont dat er zelfs in de symfonische metal nog plaats is voor vernieuwing en voor bands die andere accenten durven leggen.