Het album Glare Of Deliverance van het Italiaanse Genus Ordinis Dei haalde het tot mijn jaarlijst van 2020. De bombastische melodische deathmetal sprak en spreekt zeer tot de verbeelding. Het was het derde album van de band en met de tien video’s, behorende bij de tien composities, wist Genus Ordinis Dei sterk te overtuigen.
Er is veel gebeurd sinds 2020 en met het nieuwe album wil de band een licht zijn en een bron van hoop in deze barre tijden. De titel The Beginning is wat verwarrend. Allereerst heette het debuut The Midle en daarbij blijkt The Beginning een voorloper te zijn van Glare Of Deliverance. Maar dat terzijde, want het gaat uiteindelijk om de muziek op het nieuwe album. Weet Genus Ordinis Dei de kracht en passie vast te houden met dit nieuwe werk? Tekstueel zeker. Het is een album dat ons het wonder, maar ook de tragedie van de mensheid laten horen. Een album over bloed, licht, kannibalisme en familiebanden, verraad en liefde en veel magie.
Muzikaal is dit omkleed met heerlijke melodische deathmetal. En The Beginning is een album dat steeds meer tot de verbeelding spreekt naarmate je het vaker luistert. Het liefst van voor naar achter in de goede volgorde.
Aeternus spreekt meteen tot de verbeelding. Met slechts een enkel gitaarakkoord en licht drumwerk creëert de band een atmosfeer die naar meer vraagt. De sfeer van deathmetal hangt meteen als een sluier over het totale geluid. Opvallend is het drumwerk van Nico Pedrali. Dat is subtiel op de achtergrond en weet toch de aandacht op zich te vestigen. In het refrein zorgt een sterke melodie voor een aantrekkelijk geluid. Er is daarbij voldoende variatie te vinden. Van industriële beats verplaatst de band zich even gemakkelijk naar rustige stukken of krachtige impulsen. Naar het einde toe komt er een soort van oerkracht vrij die muzikaal en qua zang mooi tot uiting komt. De oorsprong van de mensheid krijgt vorm.
In Changing Star beweegt Genus Ordinis Dei zich richting een meer mainstreamgeluid. Tenminste zo lijkt het. De sterke dubbele bass zet toch een paradoxaal geluid neer. Ik heb het niet vaak bij deathmetalbands dat ik rustig mee kan zingen, maar in de refreinen van Genus Ordinis Dei is dit nu wel het geval. Terwijl ondertussen de deathmetalinvloeden je om de oren vliegen. Dat basisgeluiden in combinatie met die ‘oergeluiden’ uit de kelen der mensheid die terug gekomen zijn pakt je meteen in.
De rem gaat erop en in Genesis zet de band een traag doch zwaar tempo neer. De zang is krachtig en langzaam. Ik moet aan Septicflesh denken en daar ben ik blij om. Dit is muziek dat indruk maakt. Bekijk daarbij ook de video en je waant je compleet in het verhaal (met het volume op tien wel te verstaan).
Met Chant Of The Water krijg je heel even rust voordat The Divine Order ingezet wordt. Een compositie die als helemaal compleet gezien kan worden. Alle elementen uit de melodische deathmetal vind je terug in deze compositie. Zanger/gitarist Nick K. overtuigt op alle fronten en The Divine Order is zo immens volledig qua muziek dat het tot één van de favorieten van mij gerekend mag worden. Het ademt kracht, betovert met fraai gitaarspel en neemt je mee op een wolk van melodie. Nog maar nauwelijks bekomen van The Divine Order krijgt Blackstone wat meer tempo met zich mee. De kolen zijn weer op het vuur gegooid (lekker duurzaam) en drummer Nico zorgt op de juiste momenten voor de ritmewisselingen.
Tot nog toe kan ik ultiem genieten van The Beginning. Het tribalintro in We Are The Strangers verrijkt dat nog meer. De basis heeft wederom een industriële vibe en de sterk melodische metal schalt uit mijn boxen.
Na Chant Of The Water kun je Shaman engiszins als rustpunt zien. Het is wat berustend van karakter, maar daarbij ook weer veelzijdig. Wellicht door het ontbreken van een krachtige melodielijn. De magie krijgt een andere vorm in The Dragon And The Sword. Een jongensdroom in de trant van weer Septicflesh. Vanuit het couplet wordt er gewerkt naar een stuk met snel metalgeweld. Glooiend naar een nieuwe couplet is het de voorbode van een weergaloos tussenstuk met vette riffs.
En dan vinden we weer een compositie waarbij een video is geschoten. De eerste keer dat ik For A New God hoorde, moest ik er erg aan wennen. Zo gaandeweg het album ben ik het zeer gaan waarderen. Het is niet in een specifiek genre te plaatsen. Het is een gevoelscompositie met passie. Een compositie waar het verdriet uitbarst. Dit is pure wanhoop in een ultieme primaire krachtmeting. De repeterende manier van zingen geeft me het gevoel van een mantra. Chant Of The Wind is een lichtvoetige versie/vervolg van For A New God met slechts een akoestisch geluid. Een rustpunt voordat Genus Ordinis Dei het album afsluit met The Fortress Without Gates. Een afsluiter die het complete album afsluit, samenvat en je aanmaant om van voren af aan te beginnen.
The Beginning mag een prequel van Glare Of Deliverance zijn. De connectie vind ik niet zo 1-2-3, maar het zal mij een melodische deathmetalworst zijn. The Beginning is een dijk van een album binnen de melodische deathmetal. De afwisselingen en variatie die de band neerzet is van grote schoonheid en het album zal zeker mijn huiskamer e.d. nog vele malen vullen.