George Benson kende ik vooral als een wat brave jazzgitarist. Beslist goed, maar niet iets waar ik nou heel erg voor warmliep. En dan valt er een cd in de bus waarop hij Fats Domino- en Chuck Berry-tracks covert. Twee muzikanten wier muziek het doorgaans van juist losheid en energie moest hebben. Wat zou Benson met die tracks doen?
Hij blijkt met een paar Nashville-oudgedienden en producer Kevin Shirley (Bonamassa, Iron Maiden, Europe) de studio ingedoken te zijn en er bepaald geen braaf verjazzde versies van gemaakt te hebben. Integendeel, in een track als Fats Domino’s Ain’t That A Shame zit weliswaar een jazzy solo, het nummer wordt vooral gedragen door de piano. Het voelt alsof ze de studio ingedoken zijn en in een weekje alles opgenomen te hebben. Dat is een werkwijze die ook wel bekend is van Kevin Shirley, trouwens.
Van Fats Domino worden naast Ain’t That A Shame ook Rockin’ Chair, I Hear You Knockin’, Walking To New Orleans en Blue Monday uitgevoerd. De Chuck Berry-tracks zijn (Nadine (Is It You?), You Can’t Catch Me, Havana Moon, How You’ve Changed en Memphis, Tennessee.
Drummer Greg Morrow (Billy Gibbons en Joe Bonamassa, maar ook op veel countryalbums te horen) en bassiste Alison Prestwood (Little Richard, Peter Frampton) zorgen voor de swingende ondergrond en pianist Kevin McKendree (Brian Setzer, John Oates) is eigenlijk degene die het meest bepalend is in de instrumentatie. Het zou logisch zijn om te veronderstellen dat de piano prominenter zou zijn op de Dominosongs en de gitaar op de Chuck Berrytracks. Nee dus. Ook bij de meeste Chuck Berry-covers is de piano het meest prominent. Dat wil niet zeggen dat er geen gitaar te horen is, zeker niet, maar gitarist Rob McNelley (Bonamassa/Hart, Buddy Guy) is heel dienend en Benson zelf is voornamelijk in solo’s te horen.
Opvallend is dat twee van de ingetogener tracks van Chuck Berry zijn. Havana Moon is lekker broeierig en is heel slim halverwege op het album geplaatst, How You’ve Changed is de lekker jazzy afsluiter. Net als bij de rest worden de originelen niet slaafs gevolgd. Tegelijktijd wordt ook niet geprobeerd ver van het origineel te komen. Er lijkt vooral geprobeerd te zijn de combinatie van energie en ontspanning van de originelen te vangen. Dat is wat mij betreft erg goed gelukt.
Voor Benson is dit zijn 38e(!) studioalbum sinds 1968. Benson heeft in zijn loopbaan weinig zelf geschreven en regelmatig albums besteed aan covers van één enkele artiest. In eerste instantie dacht ik dat covers van Chuck Berry en Fats Domino op één album toch wat ver uit elkaar zouden liggen qua stijlen consorten. Dat blijkt helemaal niet het geval in de vaardige handen van Benson en consorten.
George Benson website
George Benson – Walking To New Orleans
291
vorig bericht