Het is in nevelen gehuld of Goethes Erben hierna nog een plaat maakt. De eigenzinnige frontman Oswald Henke kondigde namelijk aan dat dit het einde is van de band. Het kan zijn dat de band in een andere samenstelling verder gaat. Dat blijft in de correspondentie een beetje onduidelijk. De band treedt in ieder geval nog op tijdens het Wave Gotik Treffen in Leipzig. Daar is de samenstelling van de band iets anders dan de laatste drie concerten. Goethes Erben heeft met X in ieder geval een duister werkje in handen die naadloos voortborduurt op wat op Am Abgrund ingezet is. Het balanceert ook nu weer op de afgrond. De band kiest thema’s die persoonlijk en pijnlijk zijn. Vaak zijn de teksten gerelateerd aan het ouder worden, het alleen zijn of jezelf de vraag te stellen of het dit nu allemaal is. Tussen die levensvragen door schreeuwt, zingt en praat Oswald nog een enkele keer zijn maatschappijkritische teksten. Het merendeel is echter gericht op de innerlijke staat van de mens. De vraag wanneer hij voor het laatst gelukkig was (Wann), de droom van het leven (Traum vom Leben) en het gevoel alleen te zijn (Ich Bin Allein). Muzikaal gezien is het een minimalistische ontdekking (zoals Wann, Zeitwert) afgewisseld met uiterst duistere dreigende nummers (zoals Nagen, Xenomolie en Vorbei Vorbei) en een enkel dansbaar nummer (zoals Schmerz, Bluten en Ich Bin Allein). Goethes Erben is nooit erg toegankelijk geweest. Zeker niet als je geen Duitse teksten kan verstaan. Oswald is een fijne doemdenker die zijn zwartgalligheid nooit helemaal zonder hoop en verwachting laat klinken. De avant-gardistische, darkwave muziek is zoals altijd gelaagd en mooi opgebouwd. Het is gevuld met een donker, duister randje. Het vraagt om reflectie en een open houding om de boodschap te horen. Het zal hier in Nederland niet direct het grote publiek trekken maar voor zwartgallige fijnproevers is dit weer een uiterst fijne plaat.