Het was in september 2019, toen ik hetzelfde affiche in het Burgerweeshuis in Deventer mocht aanschouwen. De dag daarna speelden ze Groningen, en ik ben er nog een keer heen gereden; dit waren wel een paar persoonlijke muzikale hoogtepunten van dat jaar. Na enkele jaren spelen beide bands (weer samen) op overbrugbare reisafstand, in Krefeld, een half uurtje over de grens; deze kans moet ik grijpen!
Veel mensen zullen na de warme aanprijzingen van Nico Dijkshoorn, hun optreden in DWDD, en hun veelvuldige energieke optredens door het land, de Dirty Denims wel kennen, maar eerlijk gezegd, ging het mij in eerste instantie om de Zweedse formatie Grande Royale (die we hier jammer genoeg niet zo vaak kunnen aanschouwen). De sympathieke Dirty Denims hadden gelukkig voor ondergetekende wel een paar gastenlijstplaatsjes kunnen regelen bij deze uitverkochte show; nogmaals dank daarvoor!
Kulturrampe is even zoeken; dit is op een soort industrieterrein, tussen de grote loodsen en industriële gebouwen ligt een “achterom-straatje” met een alternatieve taveerne, ons concertzaaltje en een soort kledingwinkeltje (voor zover ik in donker kon ontwaren). Deze locatie is echter van binnen zeer sfeervol voor dit soort gelegenheden; een mix van industrieel en ouderwets gezellig, met gitaren en heel veel frutsels her en der aan de muren, genoeg om eerst even te bekijken. Zowel het aanwezige publiek als het personeel is uitermate relaxed en het (alcoholvrije) biertje smaakt prima.
Even kort bijpraten met Jeroen en Mirjam van Dirty Denims; zij hadden dit tweedaags-minitoertje opgezet. Het weerzien met Grande Royale is een warm bad; hartelijke begroetingen van Gustav en Samuel, een prettige kennismaking met nieuwe drummer Olof en eindelijk na vele jaren ook in persoon met herintreder Hampus.
Iets over negenen komen de mannen uit Zweden in actie. Grande Royale knalt direct van het (kleine) podium met Status Doom, de uptempo garagerocker van hun laatste album Welcome To Grime Town. Gustav zit er direct helemaal in; het publiek van de uitverkochte Kulturrampe lust dit wel en de sympathieke frontman anticipeert hier direct op, in zijn communicatie met zijn toehoorders. Ook Samuel is in vorm, zowel in bas-spel als met achtergrondvocalen. Ondertussen zie je naast de zeer solide samenwerking als muzikale fundering, een vermakelijke chemie tussen Samuel en drummer Olof, die ook zo hun eigen geintjes onderling lijken te hebben.
De terugkeer van “verloren zoon” Hampus is echt genieten; de voormalig bassist en zanger blijkt ook een heel aardig potje gitaar te kunnen spelen en de tandemwerking met Gustav is mooi om te zien en geweldig om te horen. Ook de verdeling van zangpartijen is naar mijn mening een pluspunt; beide hebben meer ruimte voor gitaarspel en de variatie is een toevoeging. De meer hees-rauwe stem van Hampus, die me zo nu en dan aan Debbie Harry doet denken (met de kaken bijna op elkaar), is toch heel anders dan die van Gustav, maar het combineert erg prettig. Ook lijkt het Gustav nog meer ruimte te geven voor enkele geweldige solo’s (dat zal toch niet alleen aan die nieuw gekochte gitaar liggen). Ik miste de sympathieke Andy en de expressieve klappen en grimassen van Johan zo nu en dan wel, maar deze samenstelling die we hier vanavond zien, gaat weer als een zeer dierbare herinnering mee naar huis.
Naast nummers van de laatste twee albums, komen er ook een behoorlijk aantal van het door Nicke Andersson geproduceerde, met Lynyrd Skynyrd invloeden geïnjecteerde album Breaking News voorbij. Toen dit album werd opgenomen, was Hampus nog de zanger, en ik moet zeggen dat het me goed doet, nummers als Breaking News, Brake Light en Got To Move met bijdragen van Hampus te horen. Zelfs een nummer uit het verre verleden, van No Fuss (Go, Go, Go) komt voorbij. Tot slot was er een schitterende, passend afwijkende versie R’n’R Business en de vuige afsluiter Tell Me. De band had een muzikaal feestje gebouwd, was zichtbaar uitgelaten en tevreden, en het publiek was dat zeker ook.
Daarna is het de beurt aan Dirty Denims om dit spektakel te evenaren. Zelf ben ik ditmaal als fan van het eerste uur van Grande Royale, geen objectief toeschouwer (en zeker geen onafhankelijk muziekjournalist), maar ook deze enthousiaste party rockers heb ik ook altijd erg kunnen waarderen. In het begin heb ik de indruk dat de band er even in moet komen; dit gezelschap draait op ervaring altijd wel dusdanig, dat het niet heel erg opvalt, maar toch. Na een paar nummers lijkt het zelfs even alsof de stem van Mirjam moeite zal hebben de avond vol te maken, maar gelukkig gaat het na een paar nummers, vanaf Roll The Dice alleen maar beter. Ook dat bassist Sebastiaan een snaar breekt (en dan moet je volgens mij toch echt heel erg je best doen), mag de pret niet meer drukken; de band is weer on the loose!
Jeroen werkt zich zoals altijd weer een slag in de rondte; de riffmachine is weer aardig op dreef. Hij maakt het zichzelf ook niet altijd even gemakkelijk met zijn kramp-in-de-vingers-loopjes in een bij vlagen bijna Mark Knopfler-dun gitaargeluid; een flodderiger sound met een tikkie meer scheur en reverb kan een stuk minder kwetsbaar zijn. Maar ja, het totaalgeluid van de band is vaak zo’n beetje een mix van AC/DC en Runaways, dus de man kan zo zijn mix van voorkeuren hebben in de keuzes van zijn geluid. Drumster Suzanne heeft natuurlijk haar vaste “moments of fame” in Make Us Look Good en haar a capella “I want my MTV”, maar naast haar altijd effectief strakke bijdrages, valt ze me vanavond echt op in een paar opvallende fills en een mini-drumsolo. De bescheiden, bijna verlegen (ogende) drumster is ook fijn bezig.
De band is met hun muziek en jarenlange ervaring wel een geoliede machine geworden, die er gegarandeerd iedere keer in slaagt een goed feestje te bouwen met vakkundig gebrachte stevige muziek. Liedjes als Last Call For Alcohol, Make Us Look Good, en Famous, zijn natuurlijk wel heel erg catchy en nodigen direct uit tot meeblèren. Dit gebeurt dan ook vanavond weer veelvuldig, en mocht dat een keer niet helemaal genoeg zijn naar de band zijn smaak, dan weet boegbeeld Mirjam wel hoe ze haar publiek moet bespelen, om het feestvuur nog wat aan te wakkeren. Vanavond is ook de live-première voor een nieuw nummer: Too Loud, Too Old. De basisriff doet me aan Kiss denken (had zo een Paul Stanley nummer kunnen zijn); helemaal goedgekeurd! Na Famous lijkt de band eerst te willen stoppen, maar ze hebben natuurlijk We want More nog desgewenst achter de hand. De eerste toegift was dus een weggevertje, en als echt laatste toetje volgt dan nog de AC/DC klassieker Highway To Hell. Het was een geweldige avond; tijd voor de Highway To Home terugreis.