Home » Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer

door Filip van der Linden
171 views 3 minuten leestijd

Grendel’s Sÿster is als band al actief sinds 2015. Toch is Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer nog maar het tweede full album van deze Duitse band en dan was het vorige (Myrtle Wreath/Myrtenkranz) eigenlijk meer een demo dan een echte release.

De wat cryptische albumtitel gaat over het afdalen in de ondergrond en daar komt het viertal van Grendel’s Sÿster vooral veel muzikale genres tegen. Het gaat van middeleeuwse en Celtic folk tot fantasymetal, van speedrock tot heavy doom, van krautrock tot 70’s acid rock. Dat is tegelijk de sterkte en zwakte van dit album: het verveelt voor geen seconde, maar bij elke intro moet je even zoeken waar die track nu weer naartoe zal gaan en ook in het nummer zelf neemt de band soms een onverwachte afslag naar een ander genre.

Opvallend: we krijgen de negen tracks van dit album eerst in het Engels te horen en dan in het Duits. Een tactiek die Grendel’s Sÿster al toepaste bij eerdere releases. Zo wedt de band op twee paarden tegelijk: ze pleasen de Duitse thuismarkt en houden de deur open voor als er internationaal wat mogelijk is. De referentie die het vaakst voorkomt voor deze band is Slough Feg en dat is een terechte vergelijking.

Zangeres Caro zingt heel ongeremd en eerlijk. Ze blinkt vaak uit, maar ook niet op elke track. Ze schittert op bijvoorbeeld Rose Arbor (een vleugje early Iron Maiden), op de speedrock van Night Owl’s Beak (een echo van Kate’s Acid) en op het imposante Cosmonogy. Over haar vocalen op albumopener Boar’s Tusk Helmet heb ik wat twijfels. Die vallen weg als ik de Duitstalige versie van dezelfde track hoor (Eberzahnhelm). Mogelijk hebben ze bij Grendel’s Sÿster de lyrics bij de nummers eerst in het Duits geschreven en opgenomen en dan pas vertaald. Dat kan verklaren waarom de vocalen op sommige tracks niet helemaal organisch bij de muziek passen, zoals op de openingstrack in het Engels. En dezelfde overweging gaat op voor nog een paar tracks.

Gitarist Tobi is in deze band de kameleon die elk genre naar zijn hand zet. Wat ze nog goed doen bij Grendel’s Sÿster zijn de koortjes en de (kleine) arrangementen. Soms doen die spontaan denken aan wat we vandaag beschouwen als middeleeuwse gezangen en melodieën. Met beperkte middelen zetten ze dat mooi neer en integreren ze dat netjes in de sound van de band. Ook in de lyrics zitten ze vaak op het juiste pad, al graven ze net zo vaak niet dieper dan de klassieke clichés over de middeleeuwen en de klassieke mystieke of occulte fantasyverhalen. In de productie en mix blijven producer en band heel bescheiden: geen overdaad aan samples, geen wall of sound-laagjes over elkaar en geen lange lijst aan gastmuzikanten. Deze studio-opname klinkt vast net zoals hoe deze band live klinkt.

Er is geen eenduidig besluit over dit album. Het intrigeert mateloos, zowel muzikaal als in de lyrics. Het heeft een overtuigingskracht door zijn schijnbare eenvoud en heel eerlijke productie. Maar je hoort ook een band die genoegen neemt met een beperkte ambitie.

Kijk ook eens naar