In 2015, na een aantal jamsessies, ontstaat de band Grendel’s Sÿster. De band bestaat uit gitarist Tobi, zangeres Caro en drummer Till. De laatste twee zijn sinds 2017 onderdeel van de band. Gitarist Tobi is degene die de meeste nummers schrijft, zijn motto daarbij is ‘Volg de atmosfeer’.
Grendel’s Sÿster heeft een compleet eigen stijl gecreëerd door het mengen van acid rock, folk en stevige metal. Maar in tegenstelling tot de gemiddelde folkrock band leunt de band niet op traditionele instrumenten. Muzikale invloeden komen van Svanevit, Triakel en Planxty, en zelfs klassieke muziek en middeleeuwse muziek.
Het album is bijzonder opgezet. De eerste acht nummers zijn Engelstalig, vanaf nummer 9 tot en met nummer 16 komen dezelfde nummers nog een keer langs, maar nu in het Duits. De nummers die er direct uitspringen zijn Cairns, in het Duits Steinmännlein. Het is een instrumentloos nummer, volledig a capella gezongen door Caro waarbij haar eigen stem als muzikale omlijsting er onder is gezet.
Het eerste nummer Agnicayana is een korte intro van minder dan een halve minuut. Met het nummer Vishnu’s Third Stride begint het album echt. Stevige maar langzame riffs zijn het fundament van het nummer. De band weet er een licht folk tintje aan te geven. Ook Little Wildling Bird heeft een lekker in het gehoor liggende melodie. Het nummer Indra’s Jewelled Net is lekker uptempo, en langzaam maar zeker is er meer folk in de nummers geslopen.
Een heel bijzonder album met zestien uiterst dansbare nummers, energiek en melodieus. Deze nummers vragen er gewoon om , dit moet je live horen en zien. Het is iets nieuws, en het is lekker.