Woensdagavond een heel 013 vullen met headliner Haken is toch iets teveel gevraagd. Door de zaal kleiner te maken staan we toch lekker dicht tegen elkaar aan. Gelukkig niet te dicht op elkaar. Er is ruimte genoeg om in je eigen wereld weg te zinken door de ingewikkelde breaks en de andere muzikale krachtpatserij die vanavond gebracht wordt.
Krachtpatserij is het namelijk. Haken is daar zelf eigenlijk een uitstekend voorbeeld van. De ene na de andere gitaarsalvo wordt op het aanwezige publiek afgevuurd. De baslijn doet alle moeite om het tempo van de fanatieke drums bij te houden. Dat begint al bij de imposante opener Prosthetic en duurt tot het laatste nummer (Messiah Complex V: Ectobius Rex). Wat vooral opvalt is dat de bandleden nauwelijks van hun plek afkomen. Het oogt daardoor erg statisch. De enige die over het podium dwaalt is zanger Ross Jennings. Helaas verdwijnt hij, zeker in het begin van de set, vaak van het podium wanneer er weer een heftig tussenstuk vol met imposante breaks en muzikaal geweld voorbij komt. Wat opvalt is dat we vanavond vooral nummers van Virus voorbij horen komen. Op zich logisch want deze plaat is uitgebracht in de Corona periode en de daaropvolgende tour is eigenlijk nooit van de grond gekomen. Aan de andere kant jammer, want juist de nieuwe plaat Fauna laat meer afwisseling en – wat mij betreft – betere nummers horen. De technische hoogstandjes staan dan meer in dienst van het nummer en door de wat rustigere aanpak krijgt Ross de kans om zijn uitstekende stem te laten horen. Alphabet Of Me, Taurus en Lovebite horen daarom wat mij betreft vanavond tot de hoogtepunten. De muziek kent in die nummers groove en sfeer. Invasion en Falling Back To Earth gooien ook hoge ogen. Voor het overige is de band prima in vorm maar wordt Ross nogal overstemd door de kracht van de muziek. De powertrip Messiah Complex (met alle vijf de nummers) zorgt voor een krachtig einde van de set. Het is het einde van een oerdegelijke show.
Between The Buried And Me houdt het midden tussen gruntende deathmetal en progressieve metal. Ook bij deze band staat het geluid zo afgestemd dat de zang regelmatig het onderspit delft. Als Tommy Giles Rogers staat te grunten brult hij er nog aardig overheen. Bij zijn meer melodieuze stem is het bijna niet meer te horen. Ook Between The Buried And Me zorgt net als Haken voor een ijzersterke technisch imposante set. De meest onverwachte invloeden komen voorbij. Zoals tijdens de breaks van Extremophile Elite, de klassieke metal tijdens Revolution in Limbo, de opvallende intermezzo Dim Ignition en het daaropvolgende Famine Wolf te horen zijn. Hard and heavy heeft vanavond een nieuwe betekenis gekregen.
Opener Cryptodira brult net zo hard als Between The Buried And Me. De technische hoogstandjes zijn hier ook de basis om lekker op los te gaan. De cleane zang wordt net zo makkelijk vervangen door imposante grunts. Ook hier staat de afstelling van het geluid niet ten faveure van de zanger(s). Het is vooral hard, technisch en zit erg dicht tegen technische deathmetal aan. Wat betreft performance doet de zanger het goed. Hij weet het publiek met zijn aankondigingen tussen de nummers erbij te betrekken. Humor en enthousiasme doen veel.