H.A.T. – Paranoid Ramblings

Vanaf halverwege de jaren tachtig deed het Amersfoortse Attila van zich spreken in de vaderlandse rockscene. Dat was echter in het pre-internettijdperk en voor mij bleef het daarom bij het herkennen van de naam, toen ik Paranoid Ramblings toegestuurd kreeg. De naam Attila was overigens alleen in de bijgevoegde info te vinden, want ze hebben als naam nu H.A.T., naar de voorletters van zanger Herbie Vanderloo, bassist Arjan Michels en drummer Ton Holtewes. Ik vermoed dat dat het geval is omdat er diverse andere Attila’s actief zijn.
Even de geschiedenis van Attila. In 1983 opgericht wisten ze al snel successen tot over de landgrenzen te boeken – in wat toen nog het Oostblok genoemd werd -, onder andere met de twee albums Triad (1989) and Attila (1990). Op het moment dat ze écht door leken te gaan breken waren het zakelijke beslommeringen die roet in het eten gooiden. De heren probeerden het nog met een zanger erbij, maar toen het succes uitbleef trokken ze zich in de oefenruimte om te spelen waar ze zin in hadden – tot jazz aan toe. Daar bleven ze ruim twee decennia. Lekker spelen, zonder enige behoefte om op te treden of platen uit te brengen. Tot ze voor een optreden op Record Store Day werden benaderd door Kees van den Hoogen, van de Amersfoortse platenzaak Velvet. Maar dan moest er wel een plaat komen, zei Van den Hoogen. En ziedaar, net voor Record Store Day verscheen Paranoid Ramblings.
Het is ook in uitvoeringen een typisch powertrio. De drums en bas zorgen voor de basis en de gitaar vult alle details in. Daarbij moet gezegd worden dat drummer Ton Holtewes het vooral simpel en strak houdt, maar dat Arjan Michels van de gelegenheid gebruikt maakt om bijzondere baslijnen te gebruiken. Het is in elk geval ook in arrangementen een band in plaats van een zanger/gitarist met begeleiding.
Vanderloo zorgt voor het gitaarwerk en de zang. Een groot zanger is hij niet, maar hij heeft een bijzonder vibrato in zijn stem waardoor hij wel opvalt. Het zal voor sommigen even wennen zijn, maar mij bevalt het wel. Tijdens de coupletten is het gitaarwerk breed uitwaaierend maar vooral ondersteunend – waarbij op momenten de bas zelfs belangrijker lijkt voor het verloop van de song – maar tusssendoor soleert Vanderloo dat het een lieve lust is.
Met verplichte coupletjes en refreintjes hebben ze nog steeds niets, maar de veelal maatschappijkritische teksten worden niet gebruikt als passage naar de volgende solo, hoe goed die soms ook is. Twee tracks zijn instrumentaal, het titelnummer en “Hattrick”. Met name “Paranoid Ramblings” gaat wel een beetje richting de Franse metaljazz/fusion van Mörglbl. Dat is het grappige aan veel van de tracks: het lijkt op het eerste gezicht goede op blues gebaseerde metal met snelle solo’s, maar hoe beter je luistert hoe meer uitstapjes en invloeden je hoort. Dat is precies waarom Paranoid Ramblings drie kwartier lang de moeite waard blijft.
Het is geen state-of-the-art productie, maar dat past er eigenlijk wonderwel bij. De balans in de mix is wel degelijk erg goed, dus het komt allemaal op zijn pootjes terecht. Ik ben in elk geval blij dat ze ertoe verlokt zijn om weer een album uit te brengen.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer