Hulder – Verses In Oath

Origineel begonnen als het eenmansvrouw project van de in Amerika woonachtige Belgische Marliese Beeuwsaert, heeft deze getalenteerde dame intussen een tweetal sterke muzikanten in de gelederen toegelaten. Hulder zelf nam nog steeds de vocalen, gitaar en synths voor haar rekening maar Necreon zorgde voor de baspartijen en CK nam plaats achter het drumstel. De mixing en mastering werd gedaan door Ahti Kortelainen van Tico Tico Studios in Finland. Dat hoor je. Met op zijn c.v. werk voor bands als Barathrum, Belial, Impaled Nazarene and Moonsorrow heeft hij ervoor gezorgd dat het allemaal lekker kil en trve klinkt, maar niet alsof het in een koektrommel is opgenomen.

Het eerste nummer heeft een opmerkelijke gastvocalist: een kraai. Nu worden black metal vocalisten wel vaker vergeleken met een schorre kraai, maar in deze track/intro is het dus een echte. De stem van Hulder is overigens niet te vergelijken met deze vogel. Daar is ie te diep voor, geen black metal krijs maar bijna een death metal grunt. De tien tracks op het album variëren meer dan genoeg om te blijven boeien. Het zwierige Hearken The End heeft een licht symfonisch en folky karakter in de orkestratie. Titelnummer Verses In Oath is een stuk rauwer. Intermezzo Lamentation geeft je het gevoel alsof je naar een sopraan zingend spook zit te luisteren, begeleidt door een ouderwetse grammofoonplaat. Creepy! An Offering klinkt heel orkestraal met een soort plechtig kerkkoor op zang. Met Cast Into the Well of Remembrance wordt vervolgens het meer traditionele black metal geluid weer opgepakt. Kille, furieuze riffs vormen de basis van dit nummer. Vessel of Suffering zet die lijn door maar voegt hier een dikkere laag synths aan toe. De vocalen klinken hier extra demonisch. Op Enchanted Steel horen we die synths weer, maar lichtelijk ondergesneeuwd door de dikke gitaarpartijen. Een nummer om met koptelefoon te luisteren wil de gelaagdheid volledig tot je doordringen. Afsluiter Veil of Penitence sluit het album krachtig af met een fijne partij tremolo riffs en enthousiast hi-hat gebruik.

Het mag een prestatie genoemd worden dat Hulder met dit album een black metal geluid neer weet te zetten dat enerzijds rauw en agressief klinkt maar toch gelaagd is. Met licht georkestreerde elementen zonder dat het gelikt of symfonisch wordt.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer