Barok bij een metallabel? Het moet toch niet gekker worden, zou je zeggen. Maar eigenlijk is het volstrekt logisch.
Tenminste, in de volkomen gestoorde muzikale wereld van Gautier Serre, artiestennaam Igorrr. Dat is een wereld waarin grunts, schreeuwzang, dubbele basdrums en hakkende gitaarrifs samengaan met elektronica, operateske zang, blokfluit, klavecimbel, 8-bits muziek en Balkanklanken. En dan heb ik het nog niet over kippen en stofzuigers gehad. Zelf noemt Igorrr het baroquecore.
Hij is al een tijdje bezig, maar het viel allemaal op zijn plek bij zijn vorige album, Hallelujah. Nou ja, dat vond ik dan. En – best verrassend – velen met mij. Vandaar dat Metal Blade hem contracteerde. De logica daarvan? Je moet toch wel een tenminste deeltijd-metalliefhebber zijn om dit te kunnen waarderen.
Bij Gautier Serre staat als bemoeienis bij deze cd ‘Music’. Met nadruk staat op de site vermeld dat er geen samples gebruikt zijn. Vandaar die achttien (!) muzikanten die hebben meegewerkt – en een kip. Alle geluiden zijn dus in de studio opgenomen. De belangrijksten onder hen zijn Laurent Lunoir (zang) en Laure Le Prunenec (voor het operateske deel), Cattle Decapitation‘s Travis Ryan (ook zang) en drummer Sylvain Bouvier. Met hen is Igorrr inmiddels feitelijk ook een band geworden, in plaats van een absurd eenmansorkest. Daarnaast is er onder andere klassieke gitaar, piano, viool, accordeon en Balkanzang te horen. Igorrr heeft geen zin om zich aan genres te houden en dat doet hij dan ook niet. Zelfs niet binnen één nummer.
Je zou zeggen dat daar de lol na een paar nummers wel vanaf is. Nee dus. Het is namelijk nergens een beetje alle kanten op raggen. Je hoort aan alles dat de muzikanten hun instrumenten volstrekt beheersen. Er zijn dus ook prachtige stukjes zang, piano of akoestische gitaar te horen, er kan alleen drie seconden later een afslag genomen zijn met dubbele basdrums en schreeuwzang – en weer tien seconden later terug. Of een nummer ingetogen klassiek beginnen, halverwege overschakelen naar een furieuze metaltrack en weer eindigen met een tinkelende piano.
Wat ik al zei: pas op het vorige album viel het op zijn plek. Op de een of andere manier – hoe weet ik na twee jaar nog steeds niet – zit er een verloop van dynamiek in, een spanningsboog tussen klassiek, elektronica en metal die werkt. Feit blijft dat ik na beluistering van Savage Sinusoid, net als bij Hallelujah, iedere keer weer vrolijk ben, waar het logischer zou zijn dat ik na zo’n aanslag op mijn zintuigen volstrekt uitgeput zou zijn.
Het is waar, er is geen tussenweg. Óf je vindt het geniaal en fantastisch, of je weet niet hoe snel je iets anders op moet zetten. Het kán eigenlijk ook niet werken – en toch doet het dat. Ook op Savage Sinusoid.
Igorrr website
Igorrr – Savage Sinusoid
316
vorig bericht