Halverwege maart plaatsten we op onze site de nieuwe single van Fish en daarbij de aankondiging dat het album Weltschmerz het laatste album zou worden van hem. De bedoeling was dat het album 10 juli uit zou komen, maar de releasedatum is door het coronavirus opgeschoven naar de herfst. De aankomende release was een mooi moment om deze uiterst sympathieke Schot even te spreken. Door de lockdown in Schotland was het zelfs mogelijk om 45 minuten met hem te praten. Voor mij een unieke kans om de voormalige zanger van Marillion via Skype te ontmoeten. Iets dat ik als tiener in 1983, toen ik Marillion voor het eerst live zag, niet had kunnen vermoeden. En nu zit ik dan, hetzij digitaal, tegenover de boomlange sympathieke zanger die een indrukwekkende carrière achter de rug heeft.
Wanneer de verbinding via Skype tot stand komt (met wat Schotse onderbrekingen gedurende het interview) blijkt al snel dat de praatgrage zanger veel te vertellen heeft over muziek, het leven en de lockdown en dat ik mijn secuur voorbereide lijstje met vragen voorzichtig aan de kant kan gooien.
Fish: Het is een bijzonder gekke situatie waarin we leven. We hebben in Schotland te maken met een lockdown.
Ik vertel hem dat we in Nederland wel de nodige maatregelen in acht moeten nemen, maar dat we niet ‘opgesloten’ zitten en dat ik me niet gevangen voel. Ik vertel hem dat ik een cruciaal beroep uitoefen en daardoor niet alleen thuis werk en dat we het geluk hebben met een tuin achter ons huis.
Fish: Gelukkig leven wij ook min of meer op het platteland en niet in de stad. We hebben ons eigen stukje grond waar we normaliter al groente verbouwen in de moestuin. Wij hebben niet zoveel nodig thuis, ik maak me meer zorgen om mijn moeder van 87. Zij valt toch in de risicogroep momenteel. Daarnaast is er nog een stiefzoon van 17 die rondloopt. We waren voor de crisis en lockdown hard aan het oefenen met de band, maar dat ligt momenteel ook stil. We moeten er gewoon maar even aan wennen dat het leven nu anders is en dat we de tijd anders moeten inrichten. Gewoon een verandering van gewoontes. Normaal is de studio vergelijkbaar met een treinstation en is er de gehele dag in- en uitlopend verkeer. Nu is er meer rust en hebben we daarbij ook meer ruimte. Je kunt door de hele situatie wel bij de pakken neer gaan zitten, maar je kunt ook gewoon bedenken hoe je je leven anders aan kunt pakken of anders in kunt delen. We leven net onder Edinburgh en zouden zo over de rivier Forth kunnen varen naar de andere kant naar onze bevriende muzikanten. Maar we, mijn vrouw en ik, blijven lekker thuis. Van de overheid hoeven we weinig (financiële) hulp te verwachten. Maar we zijn momenteel lekker druk met alle mailorders die we te verwerken hebben. Daarbij had ik ineens tijd om mijn garage eens goed op te ruimen, om mijn tuin eens goed onder handen te nemen. Mijn stiefzoon is vegetariër en komt geregeld bij ons eten. Nu eten we zelf ook 3 tot 4 keer per week vegetarisch met groenten uit eigen tuin. De vleesporties zijn wat kleiner en ik moet zeggen dat ik me ook wel wat gezonder voel.
Afgelopen december hebben we de zang opgenomen voor het nieuwe album Weltschmerz en toen had ik het zo druk dat de hoeveelheid alcohol ook erg beperkt bleef. Nu in de lockdown drinken we het ook niet meer en drinken we in plaats daarvan gewoon appelsap van vorig jaar uit onze eigen tuin. Eigenlijk geniet ik wel van deze periode, hoewel de aanleiding ervan natuurlijk heel erg triest is. Kijk ook maar op de televisie wat een ramp het is. Zelf heb ik een dochter die niet naar huis kan komen vanuit het buitenland. Eigenlijk krijg je het idee met alle informatie via de media dat we in een hele slechte science-fictionfilm zijn beland. Gelukkig zijn en leven we zelf bescheiden en hebben we niet zoveel nodig.
Zelf heb ik er nog wel moeite mee dat de mensen die ziek zijn of in een verpleeg- of verzorgingshuis wonen geen bezoek mogen ontvangen.
Fish: Dat is natuurlijk ook heel erg. Gelukkig zijn er de lieve mensen in de zorg die je om je heen hebt, maar ja, dat is niet heel vertrouwd.
Ook hier krijgen de mensen in de zorg de nodige aandacht.
Fish: Ja, maar het is toch van de gekke dat we al deze mensen die in de zorg werken, hier in het Verenigd Koninkrijk, de laatste jaren zo slecht hebben behandeld. Nu is er eindelijk het respect dat ze al jaren verdienen. En dat is in heel Europa waarschijnlijk.
Hier in het Verenigd Koninkrijk is de zorg gratis voor iedereen. Een heel mooi systeem, maar de huidige situatie vraagt misschien wel een keer om een re-organisatie van de zorg hier. Ik heb daarbij helemaal te doen met de zieke mensen in de Verenigde Staten, voor de arme mensen, die de zorg misschien niet kunnen betalen. We hebben het er ook een beetje zelf naar gemaakt, denk ik. We laten onze mondmaskers en andere spullen al jaren maken in het buitenland, bijvoorbeeld China, omdat het daar allemaal zo goedkoop is. We zien de echte waarde van spullen niet meer. We moeten eens kijken of we spullen niet weer gewoon in Europa gaan maken. Dan zullen de klanten wel mee moeten werken.
Heb je ook het idee nu ons leven zo drastisch veranderd is, dat we de goede veranderingen in kaart moeten brengen. Het aantal auto’s op de weg is dramatisch gedaald omdat veel mensen gewoon thuis kunnen werken. Dat is nu wel bewezen voor een groot aantal bedrijven.
Fish: Er is inderdaad een ‘society change’. Mensen die voorheen iedere dag naar hun werk gingen, werken nu ineens thuis en het werkt ! Het is dus mogelijk. De (lucht)verontreiniging is stukken minder. In Venetiè, heb ik gehoord, zijn er weer vissen te zien in de ´straten´. We zullen ons zeker terdege moeten buigen over de (positieve) lessen die dit virus ons leert.
Laten we het hopen. Even los van onze crisis, virus en lockdown. We zouden over het nieuwe album praten, maar de releasedatum is verschoven naar de herfst. Ik dacht dat het misschien een goed idee was om je hele carrière eens te bespreken. Wat vind je ervan?
Fish: Ik vind het wel goed, maar verleden is verleden en we moeten niet teveel in het verleden blijven hangen.
(Zo kan dit gesprek twee kanten op lopen. Of er komen hele korte antwoorden op mijn vragen of hij vindt het toch wel leuk om over vroeger te praten. Ik ben benieuwd. )
Laten we even beginnen bij de tijd voordat je bekend werd als zanger. Je hebt gewerkt als een tuinman en was werkzaam in de bossen.
Fish (onderbreekt me enthousiast): Ja dat heb ik gedaan, maar eigenlijk wilde ik heel graag archeoloog worden toen ik een tiener was. Dat leek me echt een geweldig beroep. Eigenlijk was dat ook wel mijn droom voordat Harrison Ford in Indiana Jones speelde (lacht). Nee, het probleem was dat je voor de studie archeologie het vak Latijn moest hebben en ik moet je zeggen dat ik echt geen wonder ben wanneer het andere talen betreft. Dat werd hem dus niet. Toen dacht ik: dan ga ik gewoon het leger in, maar kwam er al snel achter dat mijn houding niet geheel/helemaal niet overeenkomt met de houding die in het leger gevraagd wordt. Toen ben ik wat onderzoekswerk gaan doen met genetica en ben eigenlijk zo in het ‘boswerk’ beland. Ik heb daarbij altijd wel de wens gehad om zanger te worden. Ik houd heel veel van muziek en ik houd van woorden. In die tijd voelde ik me zeer aangetrokken door de progressieve muziek. Het was wat meer complex en de nummers duurde ook wat langer. Dat vond ik wel erg leuk. Ik wilde zelf ook wel in een progrockband zitten en toen kwam ik bij Marillion.
Ik heb je toen live gezien in 1983. Dat was de tijd dat schmink droeg tijdens de optredens. Later ben je daar vanaf gestapt. Waarom gebruikte je de schmink?
Fish: Je moet bedenken dat ik altijd al zanger wilde worden, maar ik was een heel verlegen persoon. Ik was de voorman van een band en met mijn bijna twee meter toch een aardige verschijning me de naam Fish. Een bijnaam die ik trouwens kreeg van één van mijn bazen omdat hij vond dat ik altijd zo lang in bad zat. Ik was daarbij niet alleen de zanger van een band; ik was ook de voorman, diegene waar alle aandacht naartoe ging. Met schmink op was het voor mij gewoon gemakkelijker om op te treden. Door de schmink op te doen was je een ander persoon, speelde je een andere rol. Het was trouwens in die tijd helemaal niet zo gek om schmink te gebruiken. Peter Gabriel deed het en KISS gebruikte make-up. Met de schmink op stapte ik even uit mezelf en kon ik de persoon spelen op het podium die ik wilde zijn. De media was er gek op. In de kleine zaaltjes had de schmink een positief effect, maar toen we eenmaal in de grotere zalen gingen spelen, bleek de afstand tot het publiek te groot waardoor het effect van de schmink eigenlijk wegviel en ben ik het weg gaan laten.
In 1985 mocht ik daarvan getuige zijn in Vredenburg Utrecht. Heerlijk toen je vertelde dat het er nog maar tijd was voor één nummer en jullie het complete album Misplaced Childhood integraal ten gehore brachten.
Fish: Oh, ja dat optreden in Utrecht herinner ik me nog wel. Een geweldige avond. Ik heb er altijd van gehouden om in Nederland te spelen. Je wordt daar respectvol behandeld en alle medewerkers en het publiek zijn geweldig. Je wordt netjes ontvangen, de techniek is goed en Nederlanders behandelen de artiesten erg goed. Dat is veel andere landen (in Europa) toch een stuk minder, moet ik zeggen. De houding van de Nederlanders is er gewoon één van respect en artiesten worden erg goed behandeld. In Engeland wordt er wat dat betreft veel te weinig geïnvesteerd in muziek.
Misplaced Childhood mag zeker gerekend worden tot een succesvolle periode in de carrière van Marillion. Ben je als band voorbereid op deze mate van succes?
Fish: Niemand is daarop voorbereid. Je werkt hard en je droomt van succes, maar erop voorbereid ben je niet. Het succes zorgde er natuurlijk voor dat we heel veel (uitverkochte) shows mochten spelen in Europa. We waren erop voorbereid om in de grotere zalen te gaan spelen. Ik kwam daarbij wel op een punt dat ik besefte dat alle aandacht naar mij ging. Zoals ik al zei was die hele grote zanger met de naam Fish een bijzonder iemand. Op het podium ging het op een gegeven moment om mij, maar ook in de media werd ik vooruit geschoven als de voorman van de band. En terwijl ik praatte met de media, zat de rest van de band lekker rustig thuis. De media had me ontdekt en dan is een groot gedeelte van je privacy ineens openbaar. Ik weet ook nog heel goed dat we met z’n allen door Birmingham over straat liepen en een aantal Marllionfans tegenkwamen die allemaal de naam Fish riepen. Ik bleef staan om ze een handtekening te geven en terwijl ik dat deed, liep de rest van de band gewoon lekker verder door de winkelstraat.
Rond 1987 begon er echter toch iets te veranderen voor mij. Ik ging me anders voelen, vooral tijdens de tours. Het waren vooral de mensen buiten Marillion die mij steun gaven in die periode. Een aantal echte oude vrienden kwam dan langs tijdens een tour. Het was belangrijk om ‘echte’ mensen te zien en te spreken in die tijd. Langzaam maar zeker begon ik het minder leuk te vinden om de concerten te doen. Omdat we in de grotere zalen speelden, begon iedere avond op de andere te lijken. In de grote arena’s zie je het publiek amper en ga je de intimiteit missen die je in de kleinere zalen wel hebt. Er is weinig tot geen interactie meer mogelijk met de mensen in het publiek. In een kleine zaal kun je nog reageren op een woord of zoiets. In de arena’s is die mogelijkheid er niet meer. Backstage moest je dan praten met mensen die je eigenlijk niet kent en die je eigenlijk backstage niet wilt hebben. Ik begon de controle kwijt te raken over alles en mijn leven leek aan iemand anders toe te behoren. Niet iemand die mij belangrijk vond maar de band, en dan vooral het geld erachter. Het gaat uiteindelijk om het geld. Geld dat wij als band nooit hebben gezien. Achteraf bleek al het geld verdwenen te zijn. Ik was gewoon niet meer gelukkig in die tijd en uiteindelijk ging ieder zijn eigen weg en startte mijn solo-carrière. Dat betekent absoluut niet dat ik een hekel heb aan de andere bandleden. We hebben nog altijd goed contact wanneer we elkaar zien en/of spreken. Ik kwam er ook achter dat ik niet zo goed ben om in een collectief te werken. Ín een band heb je vijf mensen die allemaal een idee, energie hebben en die het allemaal willen delen. Uiteindelijk kom je dan ook altijd bij een compromis zodat iedereen tevreden is. Nu heb ik een band met uitstekende muzikanten met dat ene verschil dat ik de kapitein ben en zij doen zoals ik het voor ogen heb. Er moet gewoon altijd één leider zijn, dat werkt het beste. Bij Marillion had dat ook kunnen werken wanneer je een sterke manager hebt die alles in goede wegen leidt. Een manager waar ieder bandlid op kan vertrouwen maar wij hadden toen geen goede manager die dit kon. Eigenlijk hadden we gewoon een zwakke manager.
(Dit is het eerste gedeelte van het interview dat ik met Fish had. In het tweede deel gaan we verder en heb ik het met hem over ouder worden, pensioen en een klein beetje over zijn nieuwe album)
Interview met Fish deel 1 – Je kunt door de hele situatie wel bij de pakken neer gaan zitten
603
vorig bericht