De Belgische band Ironborn begon ooit als coverband, maar omdat het publiek het eigen materiaal ging waarderen, lieten ze de covers al snel achterwege. De band bracht in 2017 een eerste EP uit, die lovende reviews kreeg, ook op deze site. Onder meer door de coronapandemie duurde het tot dit jaar vooraleer de band het debuut full album After The Flood kon voorstellen aan het publiek. Dat doen ze met drie releaseconcerten: Ă©Ă©n voor de digitale release, Ă©Ă©n voor de release van het album op CD en (binnenkort) nog een derde keer voor de release op vinyl.
Na Floodgates van Fear Disease is After The Flood de twee albumtitel van een Vlaamse metalband op korte tijd over overstromingen, maar ook hier moeten we die vooral symbolisch interpreteren. Ironborn voelt zich thuis in de Vlaamse Ardennen en daar valt het nog wel mee inzake overstromingen. Voor de mix zat er met Lander Cluyse (Amenra, Oathbreaker, King Hiss, Allöchtöön, Serial Butcher, ..) een echte vakman achter de knoppen, al zat die met Ironborn inzake genre misschien op de grens van zijn comfortzone.
Het album opent met Bloodbound en die song is met zijn klassieke, melodieuze heavymetal het visitekaartje voor wat volgt. Deze song zit wat in hetzelfde straatje als pakweg Thorium, Tailgunner of Witchlords. Ironborn koos voor heel eerlijk geluid op dit album: niet overdadig gepimpt en dicht bij hoe deze band live klinkt.
Een songtitel als Prison Grounds (naar één van de tenten op het fetsival Alcatraz) leert ons dat Ironborn blijkbaar de ambitie heeft om op dergelijke grote festivals te willen spelen. De song heeft een mooie intro, de gitaren gaan lekker tegen elkaar op en er is een catchy, meezingbaar refrein, maar het klinkt allemaal heel klassiek. De opeenstapeling van metal-clichés in de lyrics is misschien een sneer naar de bekende bands die telkens opnieuw op dergelijke festivals geprogrammeerd staan, maar die muzikaal niet meer relevant zijn. Het is een gok, maar ik vermoed dat het iets in die richting is.
Het akoestische en instrumentale intermezzo Anpu is niet echt nodig. De volgende song, Guardian Of The Scales, heeft al een eigen heel degelijke intro. Hier horen we voor het eerst de grunts van gitarist Bjorn als aanvulling op de cleane vocalen van zanger Tom. Een aangename ontdekking. Zonder de grunts had dit een song van Firewind of Nevermore kunnen zijn.
Op Guardian en zeker op titeltrack After The Flood blinkt de mix uit in perfectie. Deze track is een eerste hoogtepunt van het album, met uitstekende gitaarsolo’s, een duidelijke songopbouw en interessante lyrics. Het instrumentale Destiny’s Revenge klinkt vooral als een heel straffe intro die niet verder werd uitgewerkt. Met een speelduur van iets meer dan twee minuten is het meer dan een intermezzo, maar misschien ook nog geen volwaardige song. Benieuwd wat ze live met deze track aanvangen.
Een tweede hoogtepunt op dit album is Lillith. Hier gaan de grunts en cleane vocalen tegen elkaar op, wat een interessant duel oplevert. Om het af te maken zijn er epische gitaarsolo’s en een pittig tempo.
After The Flood wordt afgesloten met twee ‘oude’ nummers. 1568 werd al uitgebracht in 2018 en Into Darkness in 2019. 1568 is een heel degelijke powerballad zoals in de hoogdagen van de hardrock en vroege heavy metal. Mooie (cleane) vocalen, goede lyrics (een heuse geschiedenisles) en hier zijn het nu eens niet de gitaren die de hele tijd de hoofdrol krijgen. Into Darkness laat horen dat Ironborn de mosterd al eens bij het vroegste werk van Iron Maiden gaat halen. Twee knappe songs om dit album mee af te sluiten.
Ironborn maakt op After The Flood keuzes die niet altijd voor de hand liggen. Grunts toevoegen aan heavy metal kan de perceptie bij het publiek helemaal doen omslaan. Maar door enkel braaf binnen de lijntjes te kleuren, geraak je ook niet ver. Ik hou wel van bands die de begane paden durven verlaten.