Toen ik ooit had gezegd dat ik Neil Young live erg goed had gevonden, werd mij verteld dat ik, als ik de kans kreeg, Israel Nash eens moest bekijken. Dit moest een belevenis zijn, en deze man zou ook nog eens echt goed kunnen zingen. Woensdagavond 24 januari is het zover; om iets voor negenen stap ik de Nijmeegse poptempel binnen.
Nadat de (naar later blijkt) steelgitarist alle gitaren nog even langsgelopen heeft, is het even stil op het podium, als even na negenen diezelfde steelgitarist, gevolgd door de rest van de band, en als laatste Israel Nash zelf, het podium opkomt. Een muzikaal intro-tapijtje onder mooie blauwe uitlichting, doet bijna aan Pink Floyd denken. Een net hoorbaar one, two, three van de drummer, en er wordt aangevangen met Lucky Ones. Het geluid is best goed, maar het wil nog niet spetteren. De ingetogen stukken worden mooi gebracht en komen ook goed binnen, maar wanneer je (ik in ieder geval) toch echt wat vuurwerk verwacht, dan zie je wel dat de muzikanten vol overgave “gasgeven”, maar je hoort en beleeft het niet. Expressieve gelaatsuitdrukkingen, gestamp van voeten, zichtbare “marteling” van gitaarsnaren, maar qua geluid komt het niet veel verder dan Clapton of Knopfler; als je begrijpt wat ik bedoel. Als gitarist zijnde krijg ik sterk de behoefte om bij de maximale live-beleving dat distortion level toch echt een paar standen hoger te zetten (en een stuk meer naar voren in de mix).
Nu was de gemiddelde leeftijd van het publiek denk ik ruim boven de veertig, en niet iedereen is gediend van scheurende gitaren natuurlijk, maar de zaal was zo’n beetje vol, en eigenlijk zag ik alleen maar instemmend meeknikkende koppies. Het meest knallende onderdeel vond ik eerlijk gezegd de twee ballades die Nash enkel met begeleiding van zijn eigen gitaar en de steelgitarist ten gehore bracht. De passie voor muziek was direct wel duidelijk, maar hier liet hij zich even helemaal gaan; alle microfoontechniek van jaren ervaring, waren compleet verdwenen, en in zijn enthousiasme werden een paar akkoorden erg expressief en ietwat slordig aangeslagen, en ook de coördinatie van andere lichaamsdelen was niet meer helemaal onder controle. Met heel veel volume, overslaande stem en zere tanden van een botsing met de microfoon, schreeuwt Nash zijn frustratie er uit. De oren van het publiek en de boxen krijgen er een opdonder van. Ik kreeg even een flash-back naar een optreden van Kevin Coyne, die kon ook zo heerlijk expressief uit de bocht schieten. Mooi om te zien!
De man kan trouwens wel heel lang van stof zijn in zijn praatjes tegen het publiek, de donkerbruine, bijna zalvende stem (en inhoud) leken soms de richting van een kerkdienst op te gaan. Die “opvulling” van de gitarist (die ik volgens mij op YouTube filmpjes ook als bassist heb gezien) tijdens deze praatjes en de stem-pauzes waren wel indrukwekkend; bij vlagen weer dat Pink Floyd sfeertje. Had van mij zo nu en dan wel wat langer gemogen. Wanneer de steelgitarist trouwens een (afwisselende) leadgitaar rol kreeg samen met deze gitarist, kon je in de “heftiger” stukken tegen het einde van de set, soms bijna van dat eerder genoemde vuurwerk spreken. Het blijkt toch echt een keuze van de band te zijn, lijkt me, want hier was het echt alleen kwestie van de mix, en in Doornroosje kun je die zo’n beetje krijgen hoe je hem (als band) wil. Het was een onderhoudende avond, met mooie muziek van goede muzikanten, die wat mij persoonlijk betreft dus wat meer hadden mogen spetteren. Het merendeel van het publiek, dat hier met een voor mij verbazingwekkend groot aantal op was afgekomen, zal volgens mij echter precies dat hebben gekregen wat ze verwachten. In de zaal na afloop, in de foyer, tot op het toilet, hoorde ik lovende nabesprekingen. Het zal helemaal goed geweest zijn.