Jason Becker mag je gerust een pechvogel noemen. Hij was onderdeel van de eerste lichting shredders, die meestal via platenbaas Mike Varney doorbraken. Zijn eerste succes was met Cacophony, een band met vriend en collega-shredder Marty Friedman. Op slechts twintigjarige leeftijd leek ook de commerciële doorbraak aanstaande toen hij Steve Vai opvolgde in de soloband van David Lee Roth. Nog maar net aangetreden manifesteerden zich de eerste tekenen van de spierziekte ALS.
Hij nam in 1990 nog een album op met Roth (A Little Ain’t Enough), maar de wereldtournee zat er al niet meer in door Beckers snel verslechterende gezondheidssituatie. Sinds 1996 kan Becker zelfs niet meer praten en vindt alle communicatie plaats doordat hij een spraakcomputer aanstuurt met oogbewegingen. En toch: de drie jaar levensverwachting die hij kreeg heeft hij ruim overtroffen en hij maakt zelfs nog muziek. Zoals hij zelf over zijn ziekte zei:”It has crippled my body and speech, but not my mind.”
Dat blijkt, want met Triumphant Hearts is een compleet album met Jason Becker-composities verschenen. Op enkele tracks zijn vroege opnamen van hem gebruikt, maar het merendeel is uitgevoerd door collega’s. De lijst met collega’s die er tijd en energie in wilde steken is bijna ongeëvenaard. Alleen al de als Magnificent Thirteen omschreven groep op Valley Of Fire is er een om je vingers bij af te likken: Steve Vai, Joe Bonamassa, Paul Gilbert (Mr. Big), Neal Schon (Journey), Marty Friedman (Megadeth), Michael Lee Firkins, Mathias IA Eklundh (Freak Kitchen), Greg Howe, Jeff Loomis (Nevermore), Richie Kotzen (Winery Dogs), Gus G. (Ozzy Osbourne), Steve Hunter (Alice Cooper) en flamencogitarist Ben Woods. Op andere tracks zijn bijvoorbeeld Joe Satriani, Steve Morse (Deep Purple), Uli Jon Roth (Scorpions), Guthrie Govan (Steven Wilson) en Trevor Rabin (Yes) te horen, maar ook ukelelevirtuoos Jake Shimabukuro.
Verwacht echter geen album dat van de eerste tot de laatste minuut volstaat met hogesnelheidssolo’s. Die momenten zijn er wel – Valley Of Fire is er logischerwijs een, River Of Longing (met Satriani, Govan en Morse) is een ander -, maar veel tracks zijn vooral mid-tempo of langzamer, hypermelodieus, al dan niet instrumentaal, en passen goed in dit jaargetijde. Geen belletjes en kinderkoren, wel volle warme klanken met heel wat orkestrale, klassieke elementen en soms zelfs cello, viool of harp. Ook de track met Uli Jon Roths kenmerkende solos (Magic Woman) hoort bij het softere werk op dit album. Opener Triumphant Heart is een van de tracks met nogal wat Japanse invloeden. Hold On To Love wordt gezongen door r&b-zanger Codany Holiday. We Are One is dan weer een fijne funkrocktrack. Er staat één cover op, van Dylan’s Blowin’ In The Wind.
Zoals gezegd is enkele keren gitaarwerk van Becker zelf te horen. Once Upon A Melody (met zelfs de stem van een driejarige Becker erbij!), We Are One en twee opnamen uit de David Lee Roth-dagen: de fijne rocker Taking Me Back en het bluesy Tell Me No Lies.
Het mag dan niet een album zijn dat noodzakelijkerwijs elke rocker zal aanspreken, het is een mooi document van het tot op de dag van vandaag bijzondere talent van Jason Becker. Dat dat “with a little help from his friends” is, is alleen maar een bonus. Zoals de tekst van Hold On To Love zegt:”I was cut down much too soon/ I can’t speak, I can’t play/ But this flesh has much more to say”. Dat blijkt.
Jason Becker website
Jason Becker – Triumphant Hearts
704
vorig bericht