Overigens is dit een opname uit 2016 uit de Blues Of Desperation-tour. Zonder de tracks van het fijne Redemption-album van vorig jaar dus, daar moeten we nog even op wachten. De band is uitgebreid en kent enkel bekende namen uit Bonamassa’s eerdere livebands: drummer Anton Fig, toetsenist Reese Wynans, bassist Michael Rhodes, trompettist Lee Thornburg, saxofonist Paulie Cerra en achtergrondzang van Mahalia Barnes, Juanita Tippins en Gary Pinto.
Opvallend is dat maar liefst zeven van de negen tracks van Blues Of Desperation komen. De uitzonderingen zijn Love Ain’t A Love Song van voorganger Different Shades Of Blues en één cover, Mainline Florida van Eric Clapton, die hij rond die tijd ook speelde in de set die twee jaar later als British Blues Explosion Live uit zou komen. Bijna alle tracks van één album, dat komt erg on-Bonamassa’s over. Het antwoord is vermoedelijk er simpel: dit is een enkel album met 75 minuten muziek, terwijl Bonamassa’s concerten doorgaans veel langer zijn. Het is dus meer een voor de hand liggende songkeuze dan wat anders. Gelukkig bevat de songkeuze wat ik destijds ook al de beste tracks van Blues Of Desperation vond, op Distant Lonely Train na.
Openers This Train en de slidegitaartrack Mountain Climbing, bijvoorbeeld. Twee tracks waarmee het tempo er meteen lekker in zit. Fig zorgt in This Train voor een gestaag doorhamerende drumpartij, waar de andere muzikanten met de dynamiek eromheen spelen. Dat is iets wat vaker te horen is op deze opname. Met blazers en achtergrondzang erbij krijg je natuurlijk geen pure bluesrock. Natuurlijk zijn tracks doorgaans langer dan in de studioversies. Love Ain’t A Love Song spant daarbij de kroon: studio een track van 3:48, hier zo’n tien minuten jampret. Het is overigens niet alleen Bonamassa die flink soleert, Reese Wynans krijgt ook een aantal keren de ruimte en dat is ook bepaald geen straf. The Valley Runs Low heeft veel soul- en gospelinvloeden, Love Ain’t A Love Song is vrij poppy en bluesy tegelijk en in Blues Of Desperation krijgen de blazers een zeer prominente rol. Pas met Redemption werd het weer wat meer rock bij Bonamassa en het is dus logisch dat dit album veel verschillende stijlen kent.
Live At The Sydney Opera House is alweer Bonamassa’s zestiende(!) solo-livealbum. Daarvan vind ik dit niet zijn beste, maar dat heeft ook simpelweg te maken met het feit dat ik Blues Of Desperation niet een van zijn beste albums vond. Tegelijkertijd is het gewoon een degelijk Bonamassa-album. Goede band, prima songs en een hoogtepuntje – voor mij wel verrassend, moet ik zeggen – in Love Ain’t A Love Song.
Op de valreep is er dus toch nog een Bonamassa-album in 2019. Geen thema, niet één duidelijke stijl, gewoon een fijn en gevarieerd tussendoortje.
Joe Bonamassa website