Home » John Calabrese (Danko Jones): Als je een goede zanglijn en gitaarriff hebt, heb je 85 procent van je nummer af

John Calabrese (Danko Jones): Als je een goede zanglijn en gitaarriff hebt, heb je 85 procent van je nummer af

door Jochem van der Steen
2,5K views 5 minuten leestijd

We waren enthousiast over het nieuw Danko Jones album. We deden al vaak verslag van de live shows van de Canadese rockers, maar interviewden ze nog niet eerder. Tijd om daar verandering in te brengen dus. We belden met bassist John Calabrese die tegenwoordig in Finland woont.

Ik heb begrepen dat de opnames van het nieuwe album iets anders gingen dan normaal.

Klopt, ik moet je daarvoor even mee terugnemen naar het vorige album, Power Trio dat namen we op rond de lockdown. We hadden daarvoor wat repetities gedaan in één ruimte maar vanwege social distancing waren we erg afhankelijk van het maken van demo’s die we met elkaar digitaal deelden. Daaruit trokken we de conclusie dat als ik ging verhuizen van Canada naar Finland we zo konden blijven werken. Toen we met Garth Richardson werkten op A Rock Supreme heb ik veel van hem geleerd waar we nu gebruik van konden maken. We weten hoe de band moet klinken dus wat op de demo’s stond werd grotendeels hoe het album klinkt. Ik kon de baspartijen mooi hier thuis opnemen terwijl ik door de raam de kraaien rond mijn huis kon zien vliegen.. Het was een heel andere ervaring. Door het tijdsverschil tussen Canada en Finland stuurde Danko me voor hij ging slapen een idee, een refrein of een strofe. Daar knipte ik in en arrangeerde het, stuurde het dan weer terug zodat hij het kon openen als hij weer wakker werd. Zo ging het door. Op dit punt in onze carrière werkt dat prima omdat we weten wat we willen en geleerd hebben dat minder altijd meer is. Als je een goede zanglijn en gitaarriff hebt, heb je 85 procent van je nummer af.

Heb je een favoriet nummer op het nieuwe album?

Ja, Good Time en Electric Sounds zijn mijn favorieten. Toen ik het idee voor Good Time kreeg hoorde ik het gewoon in mijn hoofd. Binnen 20 minuten was de basis klaar en opgestuurd naar Danko. Ik kreeg een gitaarsolo terug van hem die ik zo knipte dat het de basis van het nummer werd. Electric Sounds heb ik opgebouwd uit verschillend gitaarlagen en klinkt wat harder dan normaal. Onze vriend Daniel Decay van Exciter speelt gitaar op dat nummer, hij is heel goed in dat shredden.

Als we jou zien optreden heb je altijd een enorme lach op je gezicht.

Haha, veel mensen zeggen dat. Maar ja, dat is niet zo gek. Ik bedoel, ik speel in een rockband, mag mijn nummers op het podium spelen waar mensen positief op reageren. Dat is ook geweldig. Je weet ook nooit wat er kan gebeuren, elk optreden kan je laatste zijn en zo moet je ook spelen. Voor de pandemie speelden we in een kleine club in Huntington Beach en ik klaagde toen wat over hoe klein die was en dat er geen fatsoenlijke backstage was en zo. Nou, tijdens de lockdown had ik daar honderd keer willen spelen. Je kunt het publiek ook niet voor de gek houden. Die zien het wel als iemand niet blij is er te staan. Ik heb zoveel bands gezien dat ik het ook wel zie als gitaristen elkaar niet mogen of ze niet blij zijn met de drummer.

Wat doe je dan liever? Een plaat opnemen of live optreden?

Nou, ik heb veel plezier gehad bij het opnemen van de laatste platen. Maar live spelen is leuker. Geen enkele show is het zelfde en je hebt die onmiddellijke bevrediging. Als je bijvoorbeeld op een Speedfest in Eindhoven speelt en die idiote energie daar van het publiek krijgt is dat toch heel anders dan gewoon in je kamertje te zitten en een plaat op te nemen.

Waarom heet jullie band eigenlijk naar de frontman? Ik zie jullie toch echt wel als een volledige band, niet als een solo act met ingehuurde muzikanten.

Het was toentertijd een idee dat Danko had en ik vond het wel prima klinken. Dus hebben we die naam gehouden. Ik heb nooit de behoefte gehad in de spotlight te staan en ben blij met mijn rol in de band. Ik zou de band ook niet Danko J.C. Jones willen noemen, dat klinkt niet. Toen we begonnen was Danko op het podium ook een beetje meer iemand als een sixties soulzanger en predikte hij wat meer op het podium. Dus die naam paste daarbij, als een soort homage aan artiesten als Al Green.

Ik ontdekte pas recentelijk julie samenwerking met Jussi Lehtisalo and Tomi Leppänen van Circle onder de naam Iron Magazine. Wat een bijzondere samenwerking.

Ja, onze Finse band haha. Danko en ik zijn fans van Circle. Jussi is zo iemand die muziek maakt simpelweg uit liefde voor de muziek en stelde voor een band met ons te beginnen. Ik geloof dat er ook sprake is van een nieuwe release. We hebben in Helsinki, in 2019 of zo, samen eens opgetreden ook als Iron Magazine. Dat was onze eerste en enige show die mogelijk was omdat Circle die dag voor ons opende toevallig.

Jullie zijn een powertrio in de zin van Motörhead. Je hebt legendarische frontman Lemmy Kilminster ook regelmatig ontmoet. Heb je een mooi Lemmy verhaal?

Ja, Lemmy was erg goed voor onze band. Toen we een keer in een kleine club in Londen moesten optreden kwam hij kijken en ons ontmoeten. Hij nam ons mee uit en toen we in de taxi zaten zei hij, ‘’Jullie komen uit Canada? Daar ben ik eens gearresteerd.” We gingen met hem naar het première feestje van de Jackass film. Toen we daar waren, kwam hij naar me toe en zei me Danko te halen omdat we ervandoor gingen. We bezochten toen met hem een stripclub. We speelden diverse shows en festivals met ze. Ik heb zoveel respect voor het feit dat ze hun eigen ding bleven doen en platen bleven uitbrengen. Ik weet ook die keer dat Lemmy me in de auto een mop vertelde. “Two cannibals are eating a clown. Says one to the other: does this taste funny to you?’’. Ik lag echt in een deuk! Het was een unieke man en het was een eer om zoveel tijd met hem te mogen doorbrengen.

Kijk ook eens naar