Een lachebekje is John Murry niet. Jeugdtrauma’s en een periode als heroïneverslaafde maken dat hij ook wel het nodige van zich af te schrijven heeft. Eerder deed hij dat met de albums The Graceless Age en met A Short History Of Decay (ik zei het al, geen lachebekje…). Het derde album heet The Stars Are God’s Bullet Holes.
Die jeugdtrauma’s waren niet misselijk. Hij woont nu in Ierland, maar groeide op in een gewelddadige omgeving en een liefdeloos adoptiegezin in Mississippi en zingt daarover in in Di Kreutser Sonata: “I will prune this family tree / Cause there’s nothing left but greed / Blood money and property / Love doesn’t mean a thing / When your last name is Murry / And / Should been Swindle.” Knetters! Gelukkig heeft het hem ook een scherp soort humor opgeleverd die fraaie tekstregels oplevert. En wat dacht je van de titel van de openingstrack, Oscar Wilde (Came Here To Make Fun Of You)?
Is het pop, is het blues, is het garagerock? Een beetje van dat al. Denk aan Nick Cave, Eels en Curse Of Lono. Misschien moet je het grotestadsblues of blues noir noemen. Een grommend, zwaar overstuurd gitaargeluid is meestal de basis voor de track, waar allerlei details in de vorm van een helderder gitaar, knorrende en piepende elektronica, piano, lapsteel en cello overheen gelegd worden. Murry heeft het donkere stemgeluid dat je hierbij verwacht. Niet heel verfijnd, maar wel passend en verrassend breekbaar. Soms wordt die zang gedubbeld of is er een achtergrondzangeres te horen. Producer John Parish (PJ Harvey, Eels) heeft het geheel in goede banen geleid.
Er staat een buitengewoon verrassende cover op: Duran Duran’s Ordinary World! Het origineel is een typische eind tachtiger jaren popballad, waarmee Duran midden in de opkomst van de grunge nog een niet helemaal verwachte hit had. Murry zet ‘m volledig naar zijn hand en maakt er een grommende en donkere track van. De argeloze luisteraar zou Ordinary World ook zomaar voor een Murry-origineel kunnen aanzien.
Een plaat als deze, met deze thematiek, het donkere stemgeluid en de soms tegen soundscapes aanhangende instrumentatie, kan al heel snel alleen maar heel somber doorslaan en daarmee lastig worden om überhaupt door te komen. Het kan even duren voor deze plaat landt, bij mij was dat zeker het geval, maar uiteindelijk zul je concluderen dat Murry en Parish een goede balans hebben gevonden tussen enerzijds boosheid en somberte en anderzijds breekbaarheid en introspectie. Een Rivellaplaatje: een beetje vreemd, maar wel lekker.
John Murry website
John Murry – The Stars Are God’s Bullet Holes
315
vorig bericht