De naam Jose Ferro doet misschien niet zo snel een belletje rinkelen. Toch is deze bassist, schrijver en producer al aardig doorgewinterd en heeft hij samen mogen werken met Gus G (Firewind, Ozzy Osbourne), Chris Poland (Megadeth) en George Lynch (Lynch Mob, KXM en Dokken) in het project Long Live Me met The Screamin’ Lords. Daarbij heeft hij kortgeleden samengewerkt met Kelly Keeling (John Norum, Trans-Siberian Orchestra, Michael Schenker Group) en Robin McAuley (McAuley Schenker Group). Zijn sporen heeft hij inmiddels wel verdiend. Toen Jose Ferro door Gus G kennis maakte met de zanger Apollo Papathanasio ontstond het idee om een solo-album op te nemen. Een solo-album waarop Apollo de vocalen voor zijn rekening neemt en Jose verder alle instrumenten zelf bespeelt. Het resultaat is een acht composities tellend album.
Voor mij ligt het muzikale spectrum in de ‘oude’ rockgedeelte van de vorige eeuw. Goed rockend en lekker zwaar trekt Jose Ferro met Generation Evil uit de blokken op een manier die goed zou passen bij Heaven And Hell. De riffs zijn enorm strak en krachtig en het rauwe geluid creëert een sfeer van ongepolijste rock. Het tempo ligt daarbij goed en is uitermate geschikt voor een vette portie headbandles terwijl er kleine subtiele wisselingen zijn in snelheid. Daarbij klinkt Apollo als een nazaat van Ronnie James Dio.
Dat groovende golvende genietmoment komt terug in Screaming. Ook hier die gortdroge zware groove die aan de basis ligt en waarin het volle stemgeluid van Apollo goed gedijt. Toch weet Jose in de refreinen een fraaie melodielijn neer te zetten die wat luchtiger en losser klinkt. En hoewel So Many Times zeer rustig begint is het ook de sterke riff die bepalend is voor het karakter van de compositie. Jose weet de aandacht goed vast te houden. Dit komt mede door de goede melodielijn die iedere compositie in zich heeft. Ook de afsluiter Innocent heeft die variatie in karakter. Ik moet zeggen dat deze compositie sterke overeenkomsten kent met Generation Evil, vooral muzikaal. Maar dat is absoluut geen probleem.
Het karakter en het gevoel van ouderwetse hardrock schuilt zeker in Innocent, maar dat krijg je ook mooi voorgeschoteld in Defeated waarin de herhaling in tekst misschien tot wat verzadiging leidt. Ook Unspoken heeft die hardrockvibe. Het tempo ligt wat hoger en het neigt meer naar de radiovriendelijke rock van de vorige eeuw. Mooi zijn de rustpunten die ingebed zijn. Jammer is het wel dat de compositie plots afgelopen is door korte periode van uitfaden. Verder is het een regelrechte oorwurm. Mother Superior geeft eenzelfde gevoel. Door het gebruik van een dubbele gitaarlijn moet ik denken aan Led Zeppelin en dat is zeker niet storend, maar meer vertrouwd. Gemakkelijk in het gehoor met een lekkere melodie.
In acht composities is er genoeg variatie. Zeker wanneer je het klassieke intro in Turning Away meeneemt. Het is een vrij vlakke compositie maar over de hele linie is het wel een hele mooie compositie waarin de passie voor muziek diep geworteld zit.
Of Darkness And Desire is daarmee een lekker album. Het voelt warm, vertrouwd en raakt de rocksnaar in mijn lijf. Vooral de zwaardere gedeelten spreken mij zeer aan. Maar ook in de wat rustigere stukken kan Jose Ferro zeker op mijn waardering rekenen.