Home » Klone – The Unseen

Klone – The Unseen

door Maurice van der Zalm
136 views 3 minuten leestijd

Het voelt altijd als een cadeau wanneer het Franse Klone met een nieuw album komt. Ik maakte kennis met de band Here Comes The Sun en sindsdien heeft de band het voor elkaar gekregen om in menig jaarlijstje van mij terecht te komen. Ook met het album The Unseen weet Klone me te raken met hun melacholische (progressieve) rock en is het een band die we veel te weinig zien in de noordelijke helft van Europa in zalen en/of op festivals.

Het nieuwe album bevat zeven nieuwe composities en ik zou graag bij de afsluiter Spring willen beginnen. En dat is toch bijzonder omdat de winter deze week zijn intrede gaat doen. Opvallend aan Spring is op de eerste plaats de twaalf minuten dat de compositie duurt. Dat ben ik niet geheel gewend van Klone. De compositie bouwt zich langzaam op met een instrumentaal intro dat na bijna twee minuten overgaat in de kern van de compositie. Het gitaarspel van Guillaume Bernard en Aldrick Guadagnino is normaal gesproken al erg innemend maar in Spring tillen zij het zelfs naar een nog hoger peil. De combi met het stemgeluid van Yann Ligner is een recept voor kippenvel. Wanneer drummer Morgan Berthet zijn hi-hatspel inzet, krijgt het meer cachet en de krachtige accenten borrelen tot de muzikale climax na vijf minuten. Dat zet zich door tot zeseneenhalve minuut waar een moment van stilte het geheel een wending geeft en het outro terugkeert naar in het intro van Spring.

Het is een en al melancholie en krijgt geregeld wat bombastische accenten. Interlaced is zo’n compositie die je vanaf het eerste moment raakt met het melancholische karakter. Melancholisch zonder gezapig te worden. Qua stemgeluid maakt Yann gebruik van zijn ietwat hese stem, maar neigt ook geregeld naar een meer krachtig geluid. Het gebruik van de saxofoon is niet vreemd bij Klone en ook in Interlaces past het uitstekend.

The Unseen mag ik wel tot mijn favorieten rekenen. Het ingetogen karakter tilt je op en laat je zweven op de gitaarklanken. Dromerig glijdt de muziek aan je voorbij en als het karakter van The Unseen het wereldbeeld zou zijn, zou er nooit onvrede bestaan. The Unseen heeft dat ingetogen spel maar kent ook krachtige impulsen en het geheel glijdt in een zachte warme golfbeweging met je mee. En zonder aan kracht te verliezen werkt Klone naar het einde van de compositie naar een explosie van bombast. De andere favoriet van me is Slow Down. Het tempo is rustig en de hele atmosfeer in Slow Down is dusdanig neergezet dat het je dwingt om te onthaasten. Qua opbouw is het vrij gemakkelijk neergezet, maar de combi van zang en muziek is zo intens dat het me diep raakt.

In het centrale gedeelte van het album vinden we dan nog Matnetic. Wat vetter qua drum dat samen met de zangpartij van Yann het centrale punt is. Het bijna tribalachtige ritme zweept op. Na een moment van bijna-stilte krijgt de drum-zang-combi meer ondersteuning is laten bassist Eno Alfano en gitaristen Aldrick en Guillaume de lucht trillen en verdwijnt alles aan ballast.

After The Sun is volgens eenzelfde recept neergezet en ik kan niet genoeg krijgen van dit stuk muziek dat de perfectie nadert. Gelukkig is daar dan nog Desire Line. Ietwat lazy zet Klone alle elementen in om de emotie op een positieve manier te bevorderen. Dit zorgt wederom voor een gevarieerd geluid. Het valt me op dat in Desire Line de afzonderlijke instrumenten wat sterker naar voren komen en daarmee de aandacht sterker vasthouden.

Zoals altijd kan een album van Klone niet lang genoeg duren. Zeven composities is voor mij te weinig, maar juist in deze zeven composities weet Klone precies de goede snaar te raken. De melancholische rock op The Unseen is prachtig, maar niet moeilijk te doorgronden. Je moet altijd wennen aan nieuwe muziek, maar dat gebeurde al snel. Vervelen doen ze echter na herhaaldelijke luisterbeurten nog steeds niet en het kippenvel staat iedere keer weer op mijn armen.

Kijk ook eens naar