Hoe mooi kan mooi zijn en kan het dan nog mooier? Een nogal filosofisch gedachtenspinsel wanneer het nieuwe album Unplugged van Klone mij ter ore komt. Met The Dreamer’s Hideaway en Here Comes The Sun wist Klone mij namelijk al te betoveren met de melancholische klanken en het krachtige stemgeluid van Yann Ligner.
Het album Unplugged is minstens zo mooi, maar dan vanuit een ander perspectief gezien. Het is allemaal begonnen toen Klone in het voorprogramma van Anneke van Giersbergen met een akoestische set mocht aantreden. Het idee van het elimineren van elektrische gitaren was niet genoeg, dus de band voorzag de composities van een nieuw arrangement waarbij Armelle Douset de band bijstond met accordeon, percussie en piano.
Het resultaat mag er zijn. Niet alleen laten de composities, die voornamelijk van de laatste twee albums zijn genomen, zich uitstekend lenen voor een intiemere sfeer. Ze krijgen ook een nieuwe glans die nog niet eerder zo straalde.
Startend met het prachtige Immersion weet de luisteraar meteen wat voor vlees Klone in de kuip heeft. Melancholisch, krachtig en toch bijna fragiel opent deze compositie het album. Met Grim Dance krijgt het een vervolg. Een vervolg waarin het basgeluid mooi naar voren komt en waarin de melodie staat als een huis. Een melodie die van mij uren mag duren. Een ander juweeltje dat bijgeslepen is is het mooie Gone Up In Flames. Wat overblijft op dit album is een puur en eerlijk geluid. De spanning uit het origineel is behouden en hoewel akoestisch ingezet, blijft de compositie een wonderbaarlijke kracht uitstralen.
Het stevige drum-/basgeluid uit Grim Dance komt ook in Into The Void sterk naar voren. Het geeft, naast de zang van Yann, het geheel meer gewicht mee terwijl de saxofoon op de achtergrond voor het lichtende effect zorgt. In Fog zorgt een kleine wending vanuit de basismelodie voor een verrassend element.
Naarmate het album vordert vinden we in Rocket Smoke misschien wel het meest uitgeklede nummer van het album terug. Maar uitgekleed of niet, spannend blijft het tot de laatste noot.
Opvallend zijn de twee covers op het album. Voor mij is de George Gershwin cover Summertime niet eens de beste track van het album, maar de cover People Are People van Depeche Mode past heel mooi in het totale plaatje. Van zichzelf is het al een sterk nummer en de versie die Klone ervan heeft gemaakt doet zeker recht aan het origineel.
Was Unplugged nu het album waar ik op zat te wachten. Nee en Ja. Nee, omdat ik het Franse Klone al ijzersterk vind op de laatste albums, maar zeker ook een Ja, omdat de band de nummers echt heeft voorzien van een nieuw elan, een nieuw gezicht dat staat als een huis en nogmaals benadrukt dat deze band in staat is tot hele grootse dingen.
En zolang Klone deze muziek uitbrengt, kan iedere singer-songwriter wat mij betreft meteen terug de kast in.
Klone – Unplugged
312
vorig bericht