De start was voor mij niet onverdeeld positief bij dit album. Bij de eerste tracks heb ik nog een beetje het idee naar een goede bluesrockband met redelijke composities te luisteren.
Dat gitarist Leif de Leeuw, bassist Eibe Gerhartl, drummer Tim Koning en zangeres/gitariste Britt Jansen iets in hun mars hebben is wel meteen duidelijk. Zowel opener “Never Giving In” als het navolgende “Real This Time” bevatten opvallend mooie instrumentale partijen met de baspartij respectievelijk heerlijk slidegitaarwerk. De zang van Britt Jansen, ook verantwoordelijk voor het merendeel van de teksten, komt me dan nog wat vlak over. In de derde track, “Right Back Home”, is dat voorbij, want daarin laat ze horen wat ze kan. Knetters!
Vanaf dat moment wordt het album alleen maar beter en beter. Dat de basis blues is, en dan vooral Deltablues en bluesrock, is niet zo moeilijk vast te stellen. Maar hoe verder je op het album komt hoe meer stijlelementen uit andere genres tegen komt. Randjes soul of funk, country en zelfs jazz, het zit er allemaal in. Zoals in de eerste drie nummers de individuele kwaliteiten opvielen gebeurt dat op de rest van het album ook. De kracht zit hem er echter in dat die kwaliteiten niet in veel noten getoond worden, maar vooral in zorgvuldig geplaatste noten. Je kunt je hart ophalen aan de individuele partijen, maar het is vooral het geheel dat iedere keer weer indruk maakt. “Room Where Candles Burn” zou je kunnen uitvoeren als een lichtvoetige popsong, maar krijgt door de prachtige uitvoering veel meer lading.
Er zijn ook gasten te horen op dit album: Tony Spinner (Toto, Paul Gilbert) op zang en gitaar in “Just Fine” en gitarist Sonny Hunt – in wiens band Leif de Leeuw op 15-jarige leeftijd debuteerde – in het titelnummer.
Dat titelnummer is de indrukwekkende climax van het album en duurt bijna twintig minuten. “Leelah” gaat over transgender Leelah Alcorn, die door haar religieuze ouders naar een gebedsgenezer werd gestuurd en uiteindelijk geen andere oplossing meer zag dan zichzelf van het leven beroven. “Leelah” kent drie delen, “Walking Southbound”, “The Cruelty Of Loneliness” en “Fix Society Please”. Overigens is de fijne gitaarinstrumental “Trailer Driver” die daaraan voorafgaat gerelateerd aan haar verhaal: Leelah liep als laatste daad voor een truck. Muzikaal wordt daarbij aangesloten, want “Walking Southbound”, dat ook over de chauffeur van de truck gaat, heeft zo’n countryshuffle waarbij je je meteen een rit op de highway voorstelt. Het tweede deel van Leelah doet bijna proggy aan, terwijl het derde en laatste deel jazzy begint en zich ontwikkelt tot een stevige rocker met dito solo. Tijdens het typen van deze recensie ben ik een paar keer gestopt met typen om de muziek niet te verstoren.
Mijn kat vindt dit daarentegen een rotplaat. Ze heeft door deze recensie veel te lang op haar avondeten moeten wachten, omdat ik het album zo nodig nóg eens moest opzetten…
[youtube id=”YDQ_3EfMPJg”]
Leif de Leeuwband website
Leif de Leeuwband – Leelah
368
vorig bericht