Het vorige album The Flood Inside was een keerpunt in de geschiedenis van Long Distance Calling. Martin Fischer werd aan boord gehesen om de composities van zang te voorzien. Niet omdat het zo hoorde, maar omdat de composities erom vroegen. Een principe dat bij de band boven ieder ander principe stond. Je moet doen wat je moet doen in het belang van de muziek. Een EP verder verschijnt nu Trips.
Een album waarin grenzen worden verkend en verlegd en het album waarbij Martin Fischer na de eerste opnamen besloot om de band te verlaten. Gelukkig wist de Noorse Petter Carlsen alsnog de zangpartijen in te zingen in de helft van de nummers. De andere helft is, bijna vanzelfsprekend bij een band die begon als een instrumentele band, zuiver gevuld met instrumentele juweeltjes. Juweeltjes waarin Marsen Fischer nog wel verantwoordelijk is geweest voor de elektronische geluiden en het toetsenspel. Met Getaway wordt wel meteen duidelijk hoe Long Distance Calling verhalen kan schrijven zonder enige vorm van tekst te gebruiken. Er zit snelheid in de compositie. Daarbij worden diverse elementen uit voorgaande decennia naar voren gebracht. Alsof Jan Hammer jamt met Pink Floyd en Alan Parsons achter de knoppen lijkt te zitten. Het volgende instrumentale nummer luistert naar de naam Trauma. Een nummer dat een immense muziekmuur in zich heeft en instrumentele progrock is met een industrieel randje, luisterend naar de enorme groove die het nummer herbergt. Het tussendoortje Presence is kort, sereen en indrukwekkend door de spoken words en een mooi opstapje naar Momentum. In dit nummer komt vooral het drumwerk van Janosch Rathmer sterk naar voren. Zijn strakke drumwerk werkt als een katalysator en geeft vaart aan het nummer, terwijl David Jordan en Florian Füntmann met hun gitaarspel het verhaal mogen invullen. De epische afsluiter Flux weet in ruim twaalf minuten de aandacht goed vast te houden door prachtig en gevarieerd spel. Vooral gitaartechnisch valt er het nodige te genieten.
Wanneer we ons richten op de nummers met zang moet ik voorzichtig concluderen dat ik toch wel verguld ben met het stemgeluid van Petter Carlsen. Zijn stemgeluid is wat lichtvoetiger dan Martin Fischer, maar heeft voldoende kracht om in een nummer als Reconnect flink uit te halen. Een nummer dat trouwens de term progrock mag dragen, maar tegelijkertijd heel toegankelijk is. Rewind is minstens zo toegankelijk, maar bezorgt me daar bovenop de nodige kippenvelmomenten. Vooral in het begin waarin een zwaar pianogeluid de enige begeleiding is bij de stem van Petter.. Het is bijzonder hoe de band de spanning weet op te voeren en vanuit een hoogteclimax naar een diepteclimax weet om te vormen. Petter Carlsen stemt zijn stemgeluid hier perfect op af. Er wordt echter niet alleen op sentiment ingezet. Lines heeft een opzwepend karakter en een flink tempo waarin zowel drummer Janosch als bassist Jan Hoffmann flink aan het werk zijn. De tussenstukken waarin een progminnend publiek flink warm van wordt, laten je meevoeren naar weldadige oorden waar alle zintuigen tot in den diepste worden gestreeld. Er is een mooi evenwicht in snelheid en kracht en vooral in de refreinen beukt de band erf link op los. Daarbij is het uiterst energiek met een hoog mee’brul’ gehalte. Naar het einde van het album toe krijgen we in Plans nogmaals progrock in de zuiverste vorm.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik weg was van The Flood Inside en verrukt was dat, na de EP Nighthawk in 2014, er een nieuwe album zou verschijnen van deze progduitsers. Ze hebben mijn hooggespannen verwachtingen met Trips ruimschoots overtroffen. De nummers klinken enerzijds heel vertrouwd en aantrekkelijk, maar zijn anderzijds gevuld met interessante complexere structuren waardoor het luisteren iedere keer weer een ontdekkingsreis wordt, laten we zeggen ontdekkingsTRIP(s).
Long Distance Calling – Trips
290
vorig bericht