Marisa And The Moths – What Doesn’t Kill You

Marisa And The Moths (MATM) lanceren met What Doesn’t Kill You hun tweede full length. Deze Engelse band maakt muziek wat in de hoek zit van bands zoals Halestorm of New Years Day. Deze stijl is iets wat mij in de regel aanspreekt en aangezien ik ook gek ben van bands met goede zangeressen dacht ik bij aanvang dat dit best weleens een leuk plaatje kan zijn. Alhoewel eerlijkheid gebied te zeggen toen ik zag dat het maar liefst 15 nummers zijn (waarvan 2 interludes), schrok ik toch wel een beetje. Als een rock band zoveel te zeggen heeft dan moet er toch wel veel variatie in zitten wil het zoveel nummers kunnen beklijven.

MATM start het album zeer gewaagd met een rockballad. Normaal zou ik dit bands toch afraden, tenzij je dus zo’n openingsnummer weet te componeren. Het is vanaf de eerste tonen duidelijk dat we hier te maken hebben met een uitstekende zangeres. Haar stem houdt het midden van Christina Aguilera als ze wat mooier gedragen materiaal zingt en Lzzy Hale. Ze brengt het nummer heel mooi over en als luisteraar zit je er direct in en wacht je gespannen wat er komen gaat.

Ze vervolgen het openingsnummer met Get If Off My Chest. Een nummer wat wel heel erg leentjebuur speelt bij Evanescence. Een prima degelijk nummer waarbij Marisa ook laat zien in midtempo rockers haar vrouwtje te kunnen staan. Alleen begin ik me wel af te vragen waarom de rest van het instrumentarium zo ver achter in de mix staat. De gitaren en drums klinken een beetje zoals ze klinken bij een gemiddelde openingsband van Metallica.

De opvolgende nummers zitten allemaal in dezelfde midtempo hoek, maar sprankelen niet echt. Het is allemaal niet slecht wat ik hoor, maar ga er ook niet echt voor zitten. Het is duidelijk dat Marisa de blikvanger moet zijn en dat doet ze meer dan behoorlijk. Het is echt een uitstekende zangeres, maar het schrijven van memorabele liedjes behelst iets meer dan alleen een zangeres met zulke goede stembanden.

Pas bij Fake It Till You Make It gaan mijn oren zich weer spitsen. Het is iets meer uptempo wat wel even lekker is. Alleen ook hier, WAAR ZIJN DE GITAREN??? Ze zijn aanwezig, maar meer als een soort schaduw dat zich langzaam door een kamer beweegt dan een beest dat je naar je keel vliegt. En eerlijk is eerlijk, dat laatste is toch wel wat wij als rock en metal liefhebbers ook graag horen. Wel erg leuk gedaan is het eindstuk waar een kuchje opgevolgd wordt door even lekker wat ragwerk. Helaas te kort.

Eigenlijk sukkelt het album zo door. Het is allemaal veel te degelijk en met zo veel nummers wordt het ronduit saai. Ik heb het album vele malen geluisterd om te kijken of ik niet iets miste of het misschien beter zou beklijven, maar nee. Ik vind het reuze jammer, want ik gun zo’n goede zangeres meer dan een middelmatig schijfje als deze. Er moet gewoon meer power in, een productie die de muzikanten ook meer ruimte gaat geven en veel meer variatie in tempo. Ik heb nog wel geloof in deze band, maar het derde album moet echt beter.

Related posts

Simone Simons – Vermillion

Tenuem – Singraven

Black Djangos – Circus of Insanity