Marty Friedman heeft er een hekel aan bij de shredders te worden ingedeeld. Dat is vooral een beetje afhankelijk van je definitie. Is het zo snel mogelijk over je gitaarhals racen – fitness op de gitaarhals – of is het snel gitaarwerk aan melodieus spelen koppelen? Dan komen er mannen als Paul Gilbert bij en jawel, ook Marty Friedman. Tokyo Jukebox 3 is zijn nieuwe, grotendeels instrumentale album.
Japan is al jaren het thuishonk van Marty Friedman. Niet om als in de tachtiger jaren opgekomen rocker nog eens langs de grote hallen te kunnen, maar sinds zijn vertrek bij Megadeth eind 1999 als inwoner. Hij spreekt Japans, is er de laatste jaren steeds vaker ook op televisie te zien en staat er bekend als Hebimeta-san – een quasi-fonetische Japanse benaming die zoiets betekent als Mr. Heavy Metal.
Net als bij de voorgaande twee Tokyo Jukebox-albums betreft het hier covers van J-pop-songs, die van Friedman een instrumentale bewerking krijgen. Het betekent dat het dus geen eigen composities zijn, maar óók dat het covers zijn van tracks die vrijwel niemand hier kent. Twee songs zijn eigen composities. De eerste is The Perfect World, een track die hij een paar jaar geleden schreef voor een Netflix-animeserie en ook de enige song op dit album met zang, in deze versie van de Japanse popzangeres Alfakyun. De tweede is ook de enige track waarop het gitaarwerk niet polsverstuikend snel is, de afsluiter Japan Heritage Official Theme Song. Die is nog officiëler dan je zou denken. Het is geen tv-programma, nee, het is een track met een compleet orkest erachter, die door Friedman is gecomponeerd in opdracht van de Japanse regering om te gebruiken bij allerlei officiële gelegenheden. Het is een track die vergelijkbaar is met bijvoorbeeld het orkestrale werk van Uli Jon Roth. Het is groot en bombastisch, maar met gitaarwerk dat niet door de geluidsbarrière hoeft. Juist hier hoor je wat Friedman óók kan. Nog een leuk weetje voor gitaarnerds: Friedman heeft op dit album effecten als reverb en delay – die een illusie van ruimtelijkheid meegeven aan het gitaargeluid – helemaal achterwege gelaten.
Hoezeer Friedman de term shredder ook mag verafschuwen, met Tokyo Jukebox 3 heeft hij een plaat gemaakt waar toch vooral liefhebbers van dat genre iets van hun gading in zullen vinden. Dat wordt nog versterkt door het feit dat echt élke song behalve de afsluiter op hoog tempo is. Daar zitten geweldige tracks tussen, zoals Makenaide en Shukumei, maar geen enkele afwisseling met bluesy of balladachtige tracks, het knalt maar door. En dan is een album van 52 minuten best lang. Friedman is inderdaad een gitarist van de buitencategorie, maar het gitaarwerk leunt toch echt wel erg veel op snelheid. Melodieus, zeker, maar bijna continu op hoog tempo. Misschien moet hij gewoon eens een bluesrockalbum maken, het begin van de track U.S.A. laat horen dat hij dat best zou kunnen. Fans van Friedman’s solowerk kunnen Tokyo Jukebox 3 blind aanschaffen, maar alle anderen zou ik aanraden ‘m eerst een paar keer te beluisteren.
Marty Friedman website