Maar niet alleen is de sound prima verzorgt, ook een groot deel van de 12 songs op dit album zijn dik voor mekaar. Vooral de eerste helft is ijzersterk met aanstekelijke en catchy nummers als Under no illusion, Billy Balloon Head en Sunshine smile die gekenmerkt worden door zeer smaakvol gitaarwerk, een vette sound en de typische stem van zanger Baz Mills. Bovendien heeft het geheel een live sfeer waardoor het in combinatie met de al genoemde kenmerken, af en toe iets onweerstaanbaars krijgt. En dat is best een compliment omdat de muziek van Massive Wagons nou niet bepaald origineel is en het moeilijk is om je daarin enigszins te onderscheiden. Een ander hoogtepunt is Back to the stack, een eerbetoon aan Status Quo-gitarist Rick Parfitt en misschien wel het meest energieke nummer van dit album.
Toch is niet alles even overtuigend. Northern boy is met ruim 5 minuten het langste nummer van de plaat maar daar had wel 2 minuten vanaf gekund. Verder stellen Robot (Trust in me), Hate me en Ballad of Verdun Hayes niet zoveel voor maar worden overeind gehouden door de sterke productie. En door het ontbreken van de nodige rustpuntjes krijg je toch al snel het gevoel dat alle songs nogal op elkaar lijken. Iets meer variatie was in dat opzicht zeer welkom geweest.
Full Nelson is in ieder geval een flinke stap vooruit in vergelijking met de voorgaande albums. Ben je liefhebber van stevige en energieke recht-toe-recht-aan hardrock met een commercieel randje inclusief de nodige punkrock invloeden, dan ben je bij Massive Wagons aan het juiste adres. Toch komt de groep vooral op het podium het best tot zijn recht. Uitermate geschikt voor de festivals. Maar laat ze eerst de clubs maar eens onveilig maken. Op basis van deze plaat moet dat lukken.