Meshuggah – Koloss

Meshuggahs reputatie was hen al een tijdje vooruitgesneld toen ik in 2007 of 2008 op een rondreis in Oekraïne in een platenbak met afdankertjes voor 150 hryvnia een Oekraïense persing van Catch 33 aantrof. “Hebben”, dacht ik en ik heb er nooit spijt van gehad.
Eén van de aspecten die de muziek van Meshuggah zo onnavolgbaar en tegelijk boeiend maakt zijn de laaggestemde gitaren en de polymetrische gedeelten, wat inhoudt muzikanten binnen een compositie andere maten aanhouden. Geen tempowisselingen dus – gewoon alles tegelijk! Dat vergt enerzijds dat muzikanten zich opsluiten in hun eigen wereld, om niet afgeleid te worden door wat de ander doet. Anderzijds vergt het vernuft om instrumenten en zang als compositie te laten klinken, zodat de luisteraar niet de indruk krijgt dat hij naar een verzameling klanken luistert.
In een studio hebben bands de optie om elk instrument afzonderlijk op te nemen en achter de mengtafel tot één geheel samen te voegen. Op het podium daarentegen is dat lastiger, omdat je alles tegelijk hoort. Ik heb Meshuggah dat een keer zien doen op de Zwarte Cross in 2010 en was diep onder de indruk van de kakofonie van klanken die er over het publiek werden uitgestrooid.
Bands als Weather Report en UK, gitaristen als Allan Holdsworth, Marty Friedman en Jason Becker (Cacophony) gingen Meshuggah voor in de muzikale verkenning van dergelijke stijlfiguren, maar in combinatie met metal verkeert Meshuggah, samen met onder andere Dillinger Escape Plan, Periphery en Mycelia in een bijzondere uithoek van het muzikale universum. Het heeft ze al veel erkenning opgeleverd van de internationale muziekpers, die hen omschrijft als vernieuwers.
Meshuggah (Jiddisch voor: gestoord, knetter) is opgericht in 1987 en heeft sindsdien zeven studioalbums uitgebracht. De band omschrijft zijn muziek als ‘math metal’ oftewel “meetkunde metal”. Een treffende omschrijving voor muziek die klinkt alsof je naar een tekening van M.C. Escher zit te kijken. Tekstueel begeeft Meshuggah zich op het vlak van existentialisme en is ook in dat opzicht soms ongrijpbaar.
De veertiende en recentste schijf, Koloss, is al een paar weken uit maar pas onlangs ter beschikking gekomen. Een recensie ervan mocht aan Rockportaal niet ontbreken.
Het geluid van Meshuggah, herkenbaar aan de laaggestemde gitaren, de hoekige ritmes en de hysterische grom van zanger Jens Kidman is gehandhaafd. Koloss klinkt massief en frontaal. Koloss is grimmig, onheilspellend en verontrustend – aan de hand van de titels krijg je al een aardige indruk van de stemming.
Hoewel de titels ook na meerdere luisterbeurten in complexiteit en niveau voor elkaar onderdoen, licht ik er toch een paar uit. ‘The Demon’s Name Is Surveillance’ is een razende aanval op je zintuigen: op een clusterbommentapijt van drummer Haake laten gitaristen en Thordendal en Lövgren zich onnavolgbaar gaan. Geen moment wordt er stilgestaan, zelfs tijdens de solo’s niet, van begin tot eind staat deze titel onder hoogspanning. ‘The Hurt That Finds You First’ is een van hetzelfde snelle kaliber. ‘Swarm’ klinkt alsof je achterna gezeten wordt door een zwerm: het gezoem van de gitaren is onontkoombaar en hypnotiserend tegelijk. Oppassen dus, dat je er niet in blijft steken. Het afsluitende ‘The Last Vigil’ is een prachtige instrumentale akoestische compositie, die een verrassende stemmingswisseling teweegbrengt. De rust keert weer, alsof Meshuggah alles wat ze in de voorgaande titels overhoop hebben gehaald weer netjes terug willen leggen.
‘Koloss’ is even meedogenloos en surrealistisch als zijn voorgangers. Meshuggah laat je weer alle hoeken van de kamer zien. Wat een meesterwerk! Laat je verbazen, treed buiten de geijkte muzikale kaders en schaf aan, die schijf!
 
Titels
1. I Am Colossus
2. The Demon’s Name Is Surveillance
3. Do Not Look Down
4. Behind the Sun
5. The Hurt That Finds You First
6. Marrow
7. Break Those Bones Whose Sinews Gave It Motion
8. Swarm
9. Demiurge
10. The Last Vigil
 
Muzikanten
Jens Kidman − strot
Fredrik Thordendal − gitaars
Mårten Hagström − gitaar
Dick Lövgren − bas
Tomas Haake − drums

Related posts

Counterparts – Heaven Let Them Die

The Bruisers – Independence Day

Devil’s Cigarette – I Wanna Be On TV