Mike is naast gitarist ook producer. Hij heeft tijdens de pandemie dan ook niet stil gezeten en deed productie voor bands als Void Vader, Tortured Saint en Wednesday 13, van wie het nieuwe album in Januari uitkomt.
De beslissing dat Dealing With Demons een dubbelalbum ging worden was al gemaakt voor aanvang van de opnames. Wanneer je een producer inhuurt moet dat natuurlijk ook wel. Steve Evetts was bereid inderdaad een dubbelalbum op te nemen met de band, hoewel hij dat (net zomin als de band) nog niet eerder had gedaan. Hard werk voor Steve, want hij moest natuurlijk continu aanwezig zijn en daarna ook nog een dikke maand de boel afmixen. Gelukkig was men zo tevreden met het eerste resultaat dat er daarna weinig nog aan gedaan hoefde te worden. Er was nog wel even discussie over hoe het dubbel-album het beste het levenslicht zou gaan zien. Alles in 1 release? Twee losse platen? Vier EP’s? Uiteindelijk besloot men het als twee losse albums uit te geven met een tussenspanne van origineel zes maanden. Dat gaat echter langer worden vanwege de pandemie. Het uitbrengen van de eerste plaat van het tweeluik, zonder het te kunnen promoten met een tour, is al risicovol genoeg. Ze hopen het dus uit te brengen wanneer een tour ook weer mogelijk is.
Voor Dealing With Demons Volumes 1 & 2 hebben Mike en mede-gitarist Neal Tiemann evenveel geschreven. Drummer Austin D’Amond heeft ook zijn bijdrage geleverd. Naast een drummer is hij namelijk ook een heel aardige gitaarspeler en doordat hij zijn gitaar meer als drumkit ziet, komt hij met vrij originele gitaarpartijen aanzetten. Wellicht is Volume 1 iets meer Neal- georiënteerd en Volume 2 meer Mike’s werk, maar ze hebben allemaal hun input gehad. “We namen allemaal songs mee naar de studio om samen verder uit te werken,” zegt Mike.
Over de teksten, die allemaal draaien om verliezen, kan Mike moeilijk commentaar geven. De vocals en teksten worden door Dez alleen in zijn huis gedaan. Sowieso heeft Mike minder met teksten in heavy metal. Bij die muziek gaat het hem meer om hoe de nummers worden gezongen en welk gevoel er achter de woorden zit, dan de exacte teksten. Bij outlaw country of muziek van bijvoorbeeld Hank Williams III en 16 Horsepower, let hij juist daar veel meer op, “Zo werkt mijn hoofd nu eenmaal blijkbaar.”
Het favoriete nummer op het album van Mike is Keeping Away From Me. Op elke plaat in de DevilDriver discografie is wel een nummer waar hij het meeste mee heeft. Het feit dat dit nummer zijn favoriet is staat los van het feit dat het de eerste single is. Overigens was dat nummer al klaar in maart dus heeft het niets met de pandemie te maken. Dit album kan de band naar het volgende level brengen. Hij had niet gelukkiger kunnen zijn met hoe de nummers en de vocalen van Dez zijn uitgepakt.
Ik merk op dat mijn favoriete track Wishing is. Hier laat Dez een paar mooie clean vocals horen die het nummer een mooie extra laag geven. Mike had geen idee dat Dez dat nummer van clean vocals zou gaan voorzien. Hij is echter zeker blij verrast met het stemgeluid en de effecten die daar mee zijn gedaan. “Vroeger waren we daar nog niet klaar voor, maar na 20 jaar moet je mensen soms verrassen. We zijn nu in de positie dat we ons genoeg hebben bewezen om nieuwe doelen te kunnen stellen. Voor de volgende plaat zie ik mezelf zeker delen schrijven waar Dez weer clean vocals op kan doen. Vanuit dat perspectief heb ik nog niet eerder geschreven.”
Dat “vroeger” brengt ons naar hoe Mike bij DevilDriver terecht kwam. In 2003 studeerde Mike nog muziek in Santa Barbara, werkte bij UPS en woonde samen met de gitarist van zijn band, Cliff. Ze probeerden genoeg materiaal bij elkaar te krijgen voor een optreden maar zover kwam het nooit. Toen hij een jaar later gevraagd werd om gitaar te spelen tijdens de tour van DevilDriver, ging het allemaal snel. Hij werd al snel gevraagd om een vast bandlid te worden en hij maakte zijn school niet af. Overigens speelt hij nu met de gedachte om via online lessen het laatste jaar van zijn studie af te maken en zo toch zijn diploma te halen.
Mike heeft zich al eerder uitgelaten over het feit dat hij een Marilyn Manson fan is. Ik vraag hem dan ook naar zijn mening over het nieuwe Manson album, We Are Chaos. “Ik heb een advance copy mogen luisteren en was shocked. Ik kon niet geloven hoe goed ik die plaat vond. Ik ben niet zo onder de indruk geweest sinds zijn album Holywood. Sowieso vind ik al zijn platen wel goed, met uitzondering van Eat Me, Drink Me, waar ik minder mee heb. Deze plaat is gewoon weer heel anders. Trent Reznor en Manson zijn grote David Bowie fans. Elke Bowie plaat was ook heel anders en je kunt horen dat ze daardoor beïnvloed zijn. Ze geven je altijd weer wat unieks.”
Mike werd door ESP gevraagd met hen mee te werken aan een heuse Mike Spreitzer signature gitaar, de LTD MS1 MSB (Maroon Sunburst) . Helaas wordt deze niet meer gemaakt. Toen een paar jaar terug 3/5 van de band opstapte durfde ESP het avontuur waarschijnlijk even niet meer aan. Mike is wel van plan ESP binnenkort weer eens te benaderen. ESP voelt als een familie en zijn natuurlijk een tof bedrijf, aangezien Metallica ook met hun instrumenten speelt. Hij was ESP zeker dankbaar dat hij op hun gitaren mocht spelen en daar nog geld voor kreeg ook.
Voor iedereen die gitaar wil leren spelen heeft Mike het advies, “Maak gitaar spelen leuk. Verveel jezelf niet teveel met akkoorden en noten leren en techniek. Probeer een nummer te spelen dat je leuk vindt. Als dat niet lukt probeer je een ander nummer tot je wel zover bent. Het is een langzaam leerproces, maar als je die tijd er in steekt zul je zien dat je beter wordt en als je dat effect dan ziet, is het een geweldig gevoel. Als je er echter geen plezier in hebt,kun je beter een ander instrument oppakken wat je wellicht beter ligt of gewoon een andere hobby zoeken. Dave Grohl gaf ooit als advies aan beginnende muzikanten ‘Go ahead and suck for a while’. Dat is namelijk prima. In het begin speel je gewoon ruk, maar dat is nodig om beter te worden.”
Ik kan jullie alvast vertellen dat het nieuwe album wat ik heb mogen beluisteren, zeker niet ruk is!
Photo credit: Stephanie Cabral, provided by Napalm Records