Mother Road – II

Mother Road is een andere benaming voor Route 66, de beroemde Amerikaanse highway, afkomstig uit het klassieke boek The Grapes Of Wrath van de Amerikaanse auteur John Steinbeck. Het is ook de benaming van een Duits-Amerikaanse bluesy hardrockband.
Het debuut Drive kwam uit in 2014 en nadat de band een tijdje ter ziele was geweest besloten gitarist Chris Lyne (Soul Doctor) en zanger Keith Slack (Steelhouse Lane, MSG) toch weer de handen ineen te slaan. Drummer Zacky Tzoukas (Fair Warning, Soul Doctor) was ook wel voor een tweede ronde te vinden, alleen voor de bas werd een nieuweling aangezocht. Nou ja, nieuweling, Barry Sparks heeft onder andere gespeeld met Yngwie Malmsteen, Dokken, MSG (tegelijkertijd met Slack) en Uli Jon Roth.
Naar eigen zeggen hebben ze de muzikale koers wat verlegd van Whitesnake-achtige stadionrock naar bluesrock á la Free, Bad Company en Joe Bonamassa. Het debuut ken ik zelf (nog) niet, maar de huidige koers kan ik na beluistering van dit album bevestigen. Whitesnake hoor je er ook nog wel eens in (zoals in Ain’t Got Blues), maar dat is dan ook vooral het vroege Whitesnake. Op zijn tijd wordt het ook nog lekker funky, zoals in Cold Heat. Maar het merendeel zit stevig in Bad Company-land, riffy en bluesy.
Slack kende ik wel enigszins, maar zoals op dit album had ik hem nog niet gehoord. Hij is hier werkelijk fenomenaal. Uithalen van jewelste, maar vooral bakken vol blues, soul en funk á la Paul Rodgers, Jeff Scott Soto, David Coverdale en Glenn Hughes. Lyne is, zoals al van Soul Doctor al bekend was, een zeer vaardig gitarist, die de lekkere riffs – met zeer regelmatig ook wah-wah – voortdurend opsiert met gitaarloopjes tussendoor. Sparks en Tzoukas zijn een prima ritmesectie die geen seconde clichématig of gemakzuchtig is. Integendeel, zoals Lyne met gitaarloopjes strooit, zo fleuren ook zij hun partijen steeds weer op. Opvallend genoeg is er nergens een vermelding van de toetsenist te vinden. Op het vorige album was dat Alessandro del Vecchio en afgaande op wat ik van diens discografie weet zou het me niet verbazen als hij ook hier de toetsenist van dienst is. Het is in elk geval erg smakelijk en kleurt menige track prachtig verder in. De composities zitten vol met beproefde rockclichés, maar wel op de goede manier: het swingt als een tierelier, zonder dat je voortdurend denkt iets te horen dat je al ergens anders van kent. Net als de muziek is de productie prettig ouderwets te noemen: geen in-your-face productie, maar ruimte tussen de instrumenten, zoals bijvoorbeeld bij het Whitesnake met Bernie Marsden en Micky Moody.
Volgens mij is het het best te omschrijven als de bluesy hardrockvariant van The Dead Daisies: ze doen niets nieuws, maar met zoveel plezier en klasse dat dat geen fluit uitmaakt. Goede muziek is niet van modes afhankelijk en dit is goede muziek. Het feit dat het einde – het album duurt toch echt drie kwartier – veel sneller daar was dan ik had verwacht, zegt wat dat betreft veel.

Mother Road op Facebook

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer