Motorpsycho – The All Is One

Enigszins tot mijn verbazing is dit de eerste recensie van een Motorpsycho-album op Rockportaal. Nou zijn deze Noren niet altijd van de gemakkelijk in het gehoor liggende deuntjes of zelfs maar van één duidelijk genre, maar met de enorme productie van deze proggers moeten er toch meer Rockportaalmensjes zijn die iets van hen in de kast hebben staan.
Het is waar, ze maken muziek die op momenten ingewikkeld kan aanvoelen bij eerste beluistering, maar als je de moeite neemt om er even in te duiken en een album te laten groeien merk je dat hun mengeling van hardrock, noise, prog, post-rock, psychedelica, jazz, folk en zo nog wat genres wel degelijk een eigen stijl herbergt. Het heeft veel elementen die je ook bij King Crimson hoort. In de basis muziek die als heel ‘bedacht’ kan overkomen en desondanks iedere keer toch weer vooral heel intrigerend en spannend is, met bovendien een heel eigen draai. De twee oerleden zijn de multi-instrumentalisten Bent Sæther en Hans Magnus Ryan, met sinds een paar jaren drummer Tomas Järmyr aan hun zijde. Daarnaast hebben ze een aantal muzikanten waarvan ze regelmatig hulp inroepen, zoals hier gitarist/toetsenist Reine Fiske (Paatos), violist Ola Kvernberg en multi-instrumentalist Lars Horntveth (Jaga Jazzist).
The All Is One is thematisch een los-vaste trilogie met voorgangers The Tower (2017) en The Crucible (2019) en die wordt wel aangeduid als de Gullvåg-trilogie, naar de schilder die de prachtige kunstwerken voor de covers vervaardigde. Net als The Tower is The All Is One een dubbelaar met zo’n vijfentachtig minuten muziek. Bij een band die het de luisteraar niet makkelijk maakt zou je denken dat dat een hele zit is, maar dat valt erg mee. Dat is mede te danken aan de slimme opbouw van het album. Het vijfluik N.O.X. van bijna drie kwartier vergt het meest van je, maar zit in het midden van het album. De songs ervoor en erna hebben een heldere songstructuur en vaak ook die voor Motorpsycho zo kenmerkende meerlaagse zang.
N.O.X., het centrale deel van het album, begon als muziek die Motorpsycho met Kvernberg en Horntveth schreef voor een festivaloptreden in Trondheim. Meer dan de andere songs zijn het stukken waarin met cyclische patronen een basis wordt gelegd voor zang en gitaar- of andere solo’s. De vijf delen zijn Circles Around The Sun pt.1, Ourobouros (Strange Loop), Ascension, Night Of Pan en Circles Around The Sun pt. 2. Van dat vijftal is alleen Circles Around The Sun pt. 2 een wat traditioneler songstructuur. Halverwege Circles Around The Sun pt. 1 komt er wel zang in, maar zelfs die zanglijn draagt bij aan de patronen. Ourouboros is een jamachtige instrumental die dat mooi laat horen. Acht minuten lang hoor je hoe laag na laag wordt opgebouwd, met steeds meer jachtigheid en een steeds voller geluidsbeeld, met na een minuut of vijf ineens een ingetogen stuk dat gaandeweg weer toegroeit naar de jachtige cyclus uit het begin. Na een kort intermezzo in het Floydiaanse Ascension volgt dan Night Of Pan, dat lang met een simpel patroontje in de weer is voor er verder überhaupt iets gebeurt. Pas na enkele minuten komt er even wat zang voorbij, waarna gitaar en toetsen de melodie overnemen. Nog wat later vallen de drums in, die weer hun eigen laag aanbrengen. Vijftien minuten lang schilderen ze met instrumenten, en als Circles Around The Sun pt. 2 begint merk je ineens dat het voorgaande bijna één lang, vijfendertig minuten durend intro was voor die zes minuten aan het eind. Rare jongens, die Noren. Maar mooi is het.
Reine Fiske was bij vijf van de acht andere songs betrokken. Zoals gezegd zijn die acht de ‘makkelijker’ songs voor en na N.O.X. De opener en titelsong duurt dan wel bijna negen minuten, maar is eigenlijk meteen een catchy psychedelische rocker. Ook de twee tracks erna zijn best proggy structuren, maar daarbij worden de rockroots bepaald niet vergeten en zijn het kop-en-staart-liedjes. Delusion (The Reign Of Humbug) is een heel ingetogen track met akoestische gitaar en zang. Vervolgens komt het vijfluik N.O.X. en dan nog vier tracks. Na het geweld van N.O.X. hervatten ze met een fraaie gitaarinstrumental A Little Light, de jam Dreams Of Fancy met zowel elementen van Yes als Led Zeppelin, het folky The Dowser en de bijna poppy afsluiter Like Chrome.
Bij eerste beluistering kan het werk van Motorpsycho erg overweldigend zijn. Net zoals je dat zou doen bij albums van King Crimson of Devin Townsend is het echter de moeite waard om de tijd te nemen om het op je in te laten werken. Voor Motorpsycho moet je nu eenmaal een beetje werken.
Motorpsycho website

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer