De term Dadcore wordt hier door Mozes And The Firstborn wel gebruikt zoals de term ‘dadjoke’ inmiddels opgang heeft gemaakt. Dat is het soort grappen dat door de kinderen van die vaders voornamelijk genant wordt gevonden. Net zoals het niet ondenkbaar is de muziek van Mozes And The Firstborn als ouwelullenmuziek wordt bestempeld door wie heden ten dage de hitparades enthousiast volgt.
Hoewel de Eindhovense heren bepaald niet oud te noemen zijn, laten ze horen adepten te zijn van de gitaarrockstijlen van de jaren negentig, naast de zestigerjareninvloeden die op hun beurt hun voorbeelden uit de jaren negentig al lieten horen. Je zou het kunnen samenvatten als zestigerjarenpopliedjes met negentigerjarengitaren. Van Pixies tot Weezer en Johan, zou je kunnen zeggen.
Dadcore kent elf tracks – en zeven korte intermezzo’s die samen d-a-d-c-o-r-e spellen. De eerste echte track is het titelnummer en die blijft nog een beetje in een repetitieve schets hangen, maar verderop staan liedjes die ook echt meteen blijven hangen, zoals Baldy, Sad Supermarket Song en vooral Hello.
Fly Out I duurt trouwens óók maar 41 seconden en klinkt alsof het rechtstreeks van een demo komt. Toch past dat goed. Bovendien komt de verrassing aan het einde van het album, waar de volledige uitwerking volgt met Fly Out II. Het is een tragere hypermelodieuze variant, waar deel I spartaans en wat rommelig is. Mozes And The Firstborn heeft dezelfde grofkorrelige kwaliteit als grunge- en rockbands destijds hadden. Niet voor niets waren die een reactie op de steeds meer overgeproduceerde hairmetal. Tegelijkertijd hoor je verdomd goed dat het keuzes zijn om zo te spelen en geen gebrek aan vaardigheden. Ze slagen er daardoor in elementen uit een stuk of vier decennia te combineren tot een samenhangend album met échte liedjes. Voor alle leeftijden.
Momenteel zijn ze met een uitgebreide Amerikaanse tournee bezig, maar eind februari zijn ze weer terug in Europa. Dadcore is een prima reden om eens te gaan kijken.
Mozes And The Firstborn website