Het Rotterdamse indierock gezelschap My Own Army draait al wat jaartjes mee en leveren om de zoveel tijd een album af, dat het beluisteren meer dan waard is. Een band ook die niet voor één gat te vangen is. Met de voeten in de klei trekt het viertal over het algemeen een goede rockmuur op waarin de rockelementen je alle hoeken laten zien. Tijdens de coronapandemie werd van de nood een deugd gemaakt en bracht My Own Army een album uit dat een meer akoestisch en vooral melancholisch karakter kende. Daarmee een muzikale tijdscapsule voor het nageslacht.
Naar mijn idee heeft My Own Army op het nieuwe album A King On Every Corner de ervaringen van de laatste twee albums muzikaal gezien ingebed in het totale geluid van de composities. Waarbij de meer rockgeoriënteerde composities vindbaar zijn op de eerste helft van het album. En dit is een hele grove indeling want alle composities bevatten krachtige stukken en er zijn daarbij genoeg rustpunten te vinden.
In A Beautiful Secret is het ouderwets rocken, maar maakt de band gebruik van innemende tussenstukken die een spanning creëren en uiteindelijk steeds naar een heftige ontlading werken. Die combinatie en opbouw smaakt neer meer. En in Orange Robes krijg je dat dan ook. Sterke indierock waarbij ik, misschien door de zang van Herman de Kok, moet denken aan het Franse Evenline. De zinssnede ‘Show me the door’ komt steeds terug en krijgt voor mij een wat leuke twist wanneer Herman in Wooden Sheets, verderop het album, steeds zingt: ‘Stop Running Away From Me’. Eerst de deur zoeken en daarna klagen dat iemand maar wegloopt. Maar dit terzijde.
Wooden Sheets heeft trouwens een heerlijk log tempo en zit dicht tegen de grunge aan uit de beginjaren negentig. Het is een compositie dat een mooi voorbeeld is hoe je rust, melodie en kracht kunt verbinden met elkaar. Trage riffs, een dosis distortion en lekker ‘kaal’ gitaarspel zijn hierbij kenmerkend voor het geluid en laten de muziek lekker rauw en scherp tot leven komen.
Tussendoor is Lucky Ones nog voorbij gekomen dat met zijn aparte ritmestructuur de aandacht vraagt. Een compositie waarin de melancholie meer naar de voorgrond is gezet en dat komt in Like Gods In The Garden sterk terug. In een lo-fi-achtig decor lijkt het stemgeluid van Herman te zweven en krijgt de compositie overeenkomsten met R.E.M. En wanneer we het hebben over het drumwerk van Sven Spierings, mogen we zeker Mary’s Song niet overslaan. Verder vinden we de melancholische twist terug in Outnumbered en in A Hero’s Welcome. De laatsgenoemde compositie is prachtig van aard, zit voor emotie en passie en bouwt zich langzaam op. Het is allemaal inhnemend, easy en lazay. Bijzonder is de toevoeging van de zangeres die mooi past naast de zang van Herman.
Een tweede terugblikje naar de jaren negentig en het is niet de laatste. Hospital Lies aan het eind neigt hier ook naartoe terwijl hier de sfeer van Pearl Jam meer naar de oppervlakte drijft.
Ik begrijp niet altijd waarom een band als My Own Army niet groter gepresenteerd wordt op radiozenders en op de vele festivals in ons land. Ieder album is raak en heeft een reeks aan goede composities. Dit vijfde album is hierop geen uitzondering. Blijft gewoon lekker om te beluisteren. Je kunt de band binnenkort live zien, met als eerste optreden de releaseparty in de Popcentrale in Dordrecht op 6 oktober.