Nattesferd- Kvelertak

Drie jaar na Meir en zes jaar na hun debuut is de Noorse band Kvelertak terug met Nattesferd. Nadat de band vorig jaar de support speelde op de Europese tour van Slayer en Anthrax was het uitkijken of daarvan iets was doorgesijpeld in de muziek. De fans van het eerste uur kunnen evenwel gerust zijn. Nattesferd is een klassiek Kvelertak-album, al is het kleurenpallet van de band dan wel verruimd met koortjes en blazers.
 
Het album opent met Dendrofil for Yggdrasil waarop Kvelertak doet waar ze het best in zijn: een mooie blend brengen van black metal en punk met de drie gitaristen die elk hun laagje toevoegen. In dit nummer zitten, ondergesneeuwd onder de gitaren, zelfs een tuba en een trombone verborgen. 1985, het tweede nummer en ook de eerste single van het album, is een beetje een vreemde eend in de bijt. Het heeft de look & feel van een hair metal-song uit 1985, pakweg Van Halen, maar dan met het knisperend gekrijs van Erlend Hjelvik erover. Een beetje als Bruane Brenn op Meir. Titeltrack Nattesferd is dan weer heel snel, snedig en pompend en heeft knappe gitaarsolo’s. Svartmesse brengt na een knappe intro de zwarte mis die je als luisteraar mag verwachten, met een scheutje thrash. Vervolgens zijn er het meer punky Bronsegud, het ingetogen en slepende Ondsknapens Galakse en Berserkr dat opent als een klassieke black metaltrack, maar daarna richting klassieke rock gaat. Heksebrann leert dat black metal ook perfect kan samengaan met een dameskoor. Afsluiter Nekrodamus opent wat gewoontjes, maar daalt dan langzaam af naar de krochten van de hel.
 
Waar Meir voor sommigen een doorslagje was van het debuutalbum, verkent Kvelertak op Nattesferd een aantal nieuwe paden, zonder te vergeten dat ze met hun mix van punk en black metal een unieke plaats innemen in het metallandschap. Vooral in de opbouw van de nummers is er progressie gemaakt. De band heeft intussen begrepen dat een nummer niet dichtgepleisterd moet zitten met zoveel noten als mogelijk en dat een stilte net zo veel effect kan hebben als nog maar eens een muur van geluid. Een moedige zet die hopelijk gewaardeerd wordt door het publiek.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer