Openingstrack The Call trakteert ons gelijk op een riff die even doet denken aan een stonerband. Na even op het verkeerde been te zijn gezet pakken traditionele black metal vocals de draad op. Vocals die traditiegetrouw klinken alsof ze in een donkere kelder opgenomen zijn met veel galm. De percussie klinkt alsof de stokjes zijn losgelaten op potten en pannen. De interessantere stukjes van het album zijn dan ook dus met name te vinden in de riffs. De vertragingen, kleine wisselingen in tuning, maffe time signatures en invloeden van andere genres maken dat dit album net iets meer weet te boeien dan de zoveelste black metal band die overdreven zijn best doet zo trve mogelijk te zijn. Dit is wat bands als Meshuggah of The Dillinger Escape Plan zouden maken als ze zich met beschilderde gezichten terugtrokken in een Noorse blokhut.
Toegankelijk, zelfs voor een black metal fan, durf ik het niet te noemen. Interessant zeker wel.