Met Nija leverde het Zweedse Orbit Culture voor mij hét album van het jaar 2020 af. De muzikale mix van Behemoth, Metallica en Gojira in een eigen jasje zorgde voor een kleine aardverschuiving in mijn metalwereldje. Opgericht in 2013 is het de band niet altijd voor de wind gegaan met het vertrek van een aantal bandleden. Zanger/oprichter/gitarist Niklas Karlsson heeft nu de juiste line-up gevonden. Hij was zo vriendelijk om wat achtergrondinformatie met ons te delen in dit interview.
Je startte Orbit Culture in 2013. Wat waren toen je verwachtingen? Wat dreef je om een band op te richten?
Niklas: Toen we in 2013 startte met de band wilden we eigenlijk gewoon een (eigen) plek hebben waar we rond konden hangen en veel bier konden drinken. Dus we ontmoetten elkaar in het oude elektriciteitsgebouw dat verbouwd was en een aantal repetitieruimtes had. Na een tijdje dachten we bij elkaar: “Nu we hier toch de hele tijd zijn, kunnen we misschien wel wat muziek gaan spelen en wat opnemen.” Toen we eenmaal begonnen met het schrijven en opnemen van nummers werd het een soort verslaving en sindsdien zijn we niet meer gestopt met het componeren. Natuurlijk zijn er ondertussen wel wat bandleden verdwenen uit de band maar het vuur is nog altijd hevig brandend.
Het moet toch wel heel vervelend zijn geweest toen de bandleden al zo snel de band verlieten. Hoe zag je de toekomst voor je toen dat gebeurde?
Niklas: Natuurlijk baal je daar enorm van. Wanneer je eenmaal een line-up hebt in je band dan denk je altijd dat je met deze jongens en met die line-up voor altijd bij elkaar blijft om te spelen, maar wanneer je ineens voor het feit staat dat ze de band gaan verlaten kun je niet anders dan dat je het moet accepteren en door moet gaan met je reis. Maar we zijn nu vier jongens in de band die hetzelfde doel voor ogen hebben en dat is wel cruciaal voor ons. Natuurlijk loopt het leven niet altijd zoals je het hebt gepland en het kan zomaar op een dag toch anders lopen, maar vandaag is vandaag en dat is niet de dag dat dit allemaal gaat gebeuren.
Je hebt je inmiddels weten te omgeven met een aantal goede muzikanten om het gat te dichten. Op welke manier heeft het toetreden van hen in de band het schrijven van nieuw werk beïnvloed?
Niklas: Iedereen afzonderlijk heeft de (be)nodigde energie meegenomen en vooral het gemeenschappelijke doel, zoals al verteld bij de vorige vraag, zorgt dat alles in elkaar loopt. Ik ben gewend om alles zelf te schrijven, goedschiks en kwaadschiks, dus wanneer het op schrijven aankomt is het voor mij vooral veel werk en ik moet zeggen een aardig eenzame job met lange nachten en weinig slaap. Maar met vier geweldige jongens in een band zitten die allemaal hard werken, die er zijn voor je op de goede momenten om te spelen en onderdeel zijn van een solide familie en band. Dat is uiteindelijk wat het belangrijkste is aan het eind.
Hoe krijg je het trouwens voor elkaar om de wereld te veroveren vanuit zo’n kleine Zweeds dorp?
Niklas: Ha ha, het is een lange weg om te gaan, kan ik je zeggen, maar we zijn pas net gestart. Ik denk gewoon dat het komt omdat we het zat waren om niets te doen. We houden van metalmuziek, dus waarom zouden we het zelf niet proberen?
Heeft de omgeving van waar je komt nog invloed op het schrijven van je stijl van muziek?
Niklas: Wanneer het gaat over de ‘sound’ en de muziek zelf, denk ik dat het meest beïnvloed ben door de Amerikaanse muziek. Meer (nog) dan de omgeving waarin we wonen. Ik weet dat de donkere bossen en wouden hier ons vooral enorm hebben geholpen met het visuele aspect.
Heb je dan ook altijd een bepaald thema in gedachten wanneer je een tekst schrijft?
Niklas: Ik probeer dat altijd wel te doen, maar uiteindelijk draait het altijd om hetzelfde haha. Ik probeer in mijn teksten vooral heel eerlijk te zijn. Begrijp me goed, ik houd er ook enorm van om sprookjes te schrijven met draken en al die andere dingen, maar het schrijven over zaken die ik heb meegemaakt of me raken geeft me meer voldoening en is ook een stuk gemakkelijker omdat je er niet zo hard over hoeft na te denken. Het komt er op een heel natuurlijke, bijna vanzelfsprekende, manier uit.
Wanneer je nu terugkijkt naar de laatste zeven à acht jaar. Is er dan iets dat je op een andere manier zou hebben gedaan?
Niklas: Dat is een moeilijke vraag. Ik denk dat wat we nu meemaken komt omdat we er nu helemaal klaar voor zijn. De passie is er altijd geweest vanaf de start van Orbit Culture, maar je moet er nu eenmaal uren in stoppen en keihard werken. Voor het grootste gedeelte heb ik altijd ideeën gehad om dingen te doen, albums en EP’s te plannen, t-shirts te regelen en weet ik wat. Het probleem was dat het uiteindelijk eigenlijk alleen bij plannen bleef en dat er niets concreets gebeurde. Dat was het grote probleem. Ik was aan het wachten op het juiste moment of het goede gevoel wanneer ik muziek schreef. Ik heb de manier van werken nu voor een groot gedeelte gewijzigd in de laatste drie à vier jaar. Vandaag de dag probeer ik mijn ideeën en gevoel echt vorm te geven en af te ronden in plaats van te wachten op het juiste moment, dat eigenlijk nooit komt.
Kijkend naar vorig jaar was 2020 niet eens zo’n slecht jaar voor je met het geweldige album. Hoe heb je het zelf ervaren?
Niklas: Dank je wel. Wanneer het gaat over ons bereik bij nieuwe fans is het een heel goed jaar geweest. Het internet is een sterk instrument en je moet zeker de kracht van de diverse sociale media niet onderschatten. Met zijn voor- en zijn nadelen natuurlijk. We zijn niet in staat geweest om heel veel shows te spelen vorig jaar om eerlijk te zijn, maar mond op mondreclame is een belangrijke sleutel vooral voor alle rockbands. Natuurlijk moet je goed werk leveren en zorgen dat live-optredens de moeite waard zijn, anders zijn we gewoon poppen/marionetten die de liedjes van YouTube playbacken. Haha.
Het album Nija is een album dat je meteen raaks. Was je je daarvan bewust toen je het album ging opnemen?
Niklas: Dank je alweer. Nee, ik was me er eerlijk gezegd niet bewust van. Eigenlijk was het dit keer precies zoals we het altijd doen bij een nieuw album. Ik schrijf een heleboel en mix dat allemaal weer op hetzelfde moment. Daardoor krijg ik een duidelijker beeld van het eindresultaat. Natuurlijk gaat het hele proces natuurlijk wel wat sneller wanneer je een beetje efficiënter kan schrijven en mixen door je ervaring. Het blijft echter altijd een enorme uitdaging om iets relevants te maken van begin tot het eind.
Is er ten aanzien van je vorige werk een verschil met Nija?
Niklas: Ja er is wel een degelijk verschil. Op Nija hebben we geprobeerd om de zachtere stukken ook een stuk zachter te maken en de krachtige stukken meer krachtig. Dit hebben we gedaan om het album meer dynamiek te geven en een groter bereik ten aanzien van ons vorige werk. We zijn altijd nog aan het ontdekken en experimenteren met het geluid en de liedstructuren. Maar op de Redfog-EP hebben we ons pad, wat we willen volgen in de toekomst, geloof ik wel gevonden en juist dat pad hebben we proberen verder te ontdekken met Nija.
Jullie muziek is al vergeleken met Gojira, Metallica en Behemoth. Waar ligt jouw metalgeschiedenis?
Niklas: Dat is een enorm compliment. Ik kan alleen voor mijzelf spreken omdat de andere jongens hier niet zijn, maar voor mij begon het allemaal met KISS. We waren gewend om zo’n talentenshow op de Zweedse televisie te kijken eind jaren negentig waar zowel kinderen als volwassenen zich verkleedden als hun favoriete artiest en dan een nummer van die artiest/band ging playbacken. Dus er was een moment dat een stel kinderen I Love It Loud van KISS gingen doen en dat is eigenlijk het moment dat ik rockmuziek ging waarderen.
Mijn moeder kocht toen voor mij mijn eerste KISS-cd en ik was er helemaal verslaafd aan. Tot 2011 of 2012 was ik een tegenstander van metalmuziek met veel ‘growling’ en ‘shouting’ zang. Ik begreep er toen helemaal niets van. Dat veranderde toen ik Parkway Drive ontdekte en hun Deep Blue-album hoorde in 2013 en ik ook startte met de ‘growl’-zang bij Orbit Culture haha.
Je zei dat je niet veel live hebt kunnen spelen, maar je was er wel op het Pulse Of The Maggots Festival. Hoe heb je dat ervaren?
Niklas: Oh, dat was vooral heel plezierig. We hadden een geweldige tijd met de opnames ervan maar aan de andere kant was het ook best lastig omdat we ongeveer een jaar al niet meer live hadden gespeeld. Voor ons was het wel geweldig dat onze naam op de poster van Knotfest stond en wij genoemd werden op de website van Slipknot. Dat was een hele eer voor ons.
Is er nog iets speciaals waar je ook trots op ben met Orbit Culture?
Niklas: Haha, het is altijd enorm moeilijk om tevreden te zijn met alles wat je zelf maakt omdat de grootste criticus ben je toch vaak zelf. Maar goed. Ik ben trots dat we nog steeds doen wat we doen. Dat betekent muziek maken waarbij we genres van links en van rechts met elkaar mixen en dan gewoon gaan spelen wat we (be)denken. Dat is gewoon ‘cool’ om te doen.
In voetbaltermen heb je met Nija in 2020 een uitstekende assist gemaakt. Wat is nu je doel voor 2021?
Niklas: Dank je wel. We hebben nog een heleboel werk in de maak en je zult zeker nieuwe muziek van ons horen in 2021. Of het één of vijf composities worden, dat zullen we wel weer zien. De pandemie heeft ons genoeg tijd gegeven om nieuwe composities te schrijven en op te nemen en dat is waar we nu ook mee bezig zijn.
Dat is mooi nieuws. Dank je wel voor het interview
Niklas: Jij bedankt voor de vragen.
Inmiddels hebben we al kennis mogen maken met de laatste single Mute The Silent en bonustrack Warblod. Maar ik heb zo het idee dat het daar niet bij blijft. Eind van het jaar op zaterdag 18 december staat de band in de Melkweg in Amsterdam, samen met Thy Art Is Murder, Malevolence, King 810 en Alpha Wolf. Ik heb de kaarten binnen en kan bijna niet wachten tot die tijd.
Niklas Karlsson (Orbit Culture) – Natuurlijk moet je goed werk leveren en zorgen dat live-optredens de moeite waard zijn
573