‘Muziek uit de kelder’, zo noemt Novastar-geestesvader Joost Zweegers zijn solo-tour. Uitgeklede versies van overbekende nummers, verstopt achter het schaarse licht van lampen zoals je die in een kelder mag verwachten.
Na de pauze maakt Novastar zijn opwachting, met een in eerste instantie nerveus ogende Zweegers die bijna kruipend het podium op schiet, een gitaar pakt, en zich achter zijn muzikant-zijn verstopt. De eerste twee nummers zegt hij helemaal niets. De interactie met het publiek komt, wellicht ook door de formele setting van het muziekgebouw, in eerste instantie maar moeizaam op gang (“Ik voel me net een professor in deze zaal”). Zeker voor iemand die in Eindhoven gewoond heeft voelde het niet direct een thuiswedstrijd.
Naast Novastar krijgen we ook steeds meer Joost Zweegers te zien en te horen. Hij vertelt over zijn leven als straatmuzikant, en dat hij zijn grootste hit Wrong in Eindhoven schreef. “Die schreef ik op Heistraat 46, zo stoned als een aap. Jullie krijgen nu de straatmuzikant-versie te horen.” Hij vertelt hoe hij Never Back Down een beetje beu was was, maar dat de oude Wulitzer die hij in zijn kelder vond er een nieuw elan aan gaf. Ook Millersan, niet vaak live uitgevoerd, krijgt een bijzonder warm geluid van het oude keyboard.
De man die de tweede helft van het optreden ineens op het podium staat kan op steeds luider applaus rekenen. Hij praat meer, hij grapt hier en daar, en bovenal trekt hij de jas van muzikant en troubadour aan alsof die voor hem gemaakt is. Met name in de toegift, met het wonderschone Caramia en verzoeknummer Sundance, eet het publiek uit de handen van Zweegers. Hij toont zich een ware vakman, die zijn nummers ook in een intieme uitvoering nog steeds tot diamanten weet te vormen. In Wrong verwoordde hij het zelf nog eigenlijk het beste: “You need less to become more”.