Ozul – Man On The Shore

Ruim een jaar na het debuut Provenance komt de Noorse Ozul met de opvolger Man On The Shore. Het idee voor het album kwam eigenlijk toen Ozul een reportage onder ogen kreeg waarin werd beschreven hoe het lichaam van een onbekende man was gevonden op de oever van een fjord. Niemand wist wie hij was en hij was ook niet als vermist opgegeven. Dat was de start van het schrijfproces voor het nieuwe album. Een album waarop Ozul wederom laat horen dat hij zich laat inspireren door verschillende soorten muziek.

Vaak verweeft Ozul de elektronische muziek uit de jaren tachtig in zijn progressieve rockmuziek. Zo is Promise erg synthesizergestuurd en doet het complete beeld me denken aan de muziek van The Alan Parsons Project. Een gevoel dat in de gemoedelijke progressieve rock van Lost zeer zeker weer terug komt. Alan Parsons met een glimp van Pink Floyd. Vooral het gitaarspel halverwege doet denken aan Floyd.

Opvallend bij Ozul is zijn stemgeluid. Het klinkt warm, enigszins vertederend en vooral vertrouwd. Het is het soort stem waar je je veilig bij waant. Daar ontkom je niet aan wanneer je How Could I? beluistert. Het start met enige pianoklanken en de zang van Ozul. Langzaam valt er een beat in die sterk de toon aangeeft en stopt wanneer de klassieke ondersteuning van stal wordt gehaald, dat op zijn beurt weer naadloos overloopt in innemend gitaarspel. De compositie golft zo rustig verder als de branding in een Noorse fjord. Een vloeiende stijlvariatie die in Kafka World misschien wel het centrale punt is in de gehele compositie. Het schept een bepaalde sfeer.

Venus Will Not heeft dat ook allemaal in zich. Het in onheilspellend instrumentaal en het zorgt ervoor dat je op het puntje van je stoel gaat zitten met de oren gespitst naar alle kanten. De ontlading krijg je in Coping Mechanism met een vette elektronische beat met een sterke tachtiger jarenvibe. De pulserende beat werkt als een organische metronoom en de naam Massive Attack komt hier bovendrijven.

Zoals gezegd is Ozul van alle markten thuis en eet van alle muzikale walletjes die hij tegenkomt. Bij Grievance Entrepeneur is het geluid wat zwaarder en krachtiger aangezet en voorzichtig krijg je als luisteraar wat grunts aangeboden tussen de wat meer complexe synthsolo en zet een sample je weer compleet op het verkeerde been. Maar het past allemaal mooi in elkaar.

Naast de krachtige stukken, weet Ozul je ook te raken met zijn ingetogen spel. In een akoestische basis is Pariah Caste wonderschoon neergezet. Het heeft het vertrouwde karakter en is in alles innemende, bijna troostende, luistermuziek. Later op het album weet Ozul met Admission dat gevoel terug te pakken. In mindere mate dan in Pariah Caste, maar op een andere manier. Een stuk easy-listening loungemuziek waarop je mag drijven op het gitaarspel. Kleine tempowisselingen houden alles verdraaid interessant en ook qua intensiteit speelt Ozul met je luistervermogen.

Man On The Shore is een mooi vervolg op Provenance. Het is een album dat je warm maakt, dat je met een vertrouwd gevoel achter laten leunen bij het beluisteren van de composities. Maar ook een album dat niet meteen het achterste van de tong laat zien. Het duurt even voordat alle geheimen van The Man On The Shore naar boven komen drijven.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer