Pain Of Salvation – Panther

Het moet gezegd worden, ik ben een vrij atypische Pain Of Salvation-liefhebber. Road Salt One en Road Salt Two stonden hoog in mijn jaarlijstjes, het veelgeprezen At The Passing Light Of Day heb ik maar zelden beluisterd. Hoe zou het me vergaan bij het nieuwe album Panther?
Pain Of Salvation is niet bepaald een stabiele formatie en dat was de afgelopen jaren ook niet het geval. Gitarist Ragnar Zolberg is in 2017 vertrokken en vervangen door oude bekende Johan Hallgren en onlangs werd bekend dat Gustaf Hielm na negen jaar de band heeft verlaten. Op het album is hij ook al niet meer te horen.
Opener Accelerator was al een tijdje bekend en begint met prominente elektronische klanken. Later worden die wat ingetoomd en is het eigenlijk een typische PoS-track, gejaagd en met een lekker tegendraads ritme. Ook de tweede track Unfuture heeft weer een nadrukkelijk elektronische component en anders dan bij de voorganger gaat dat niet weg. Dat is op zich niet erg. Gildenlöw staat er om bekend muzikaal zijn grenzen te willen verleggen en op Panther doet hij zo niet anders. Op momenten worden de gitaren echter wel erg ver naar achter gedrongen en ik kan me voorstellen dat niet iedereen er blij van wordt.
Gaandeweg komen die elektronische klanken meer in evenwicht met de rest van de instrumentatie. Restless Boy krijgt zo een prachtig begin en Wait krijgt een mooie balans door het gebruik van akoestische gitaar en piano. Keen To A Fault is een song waar de elektronica weer heel prominent is, maar waar dat weinig verschil maakt voor het Pain Of Salvation-gehalte. Een van mijn favorieten is Fur, een instrumental waarin waarin Gildenlöw banjo met flink wat geluidseffecten bewerkt en daarmee modern en ouderwets prachtig koppelt. Het titelnummer is mijn favoriet, misschien wel omdat het de meest poppy track is. Aan het begin zou je zomaar aan Marilyn Manson kunnen denken, terwijl het op momenten ook aan de Road Salt-albums doet denken. Na het wat minder opvallende Species volgt de afsluiter, Icon van ruim dertien minuten. Een track vol dynamiek, met heel veel emotionele lading. Ik heb er lang over gedacht hoe ik het moet formuleren, maar ik zeg het toch maar: Icon klinkt anders dan de rest van het album en maakt zelfs dat met terugwerkende kracht al het voorgaande toch wat geforceerd klinkt. Het mag duidelijk zijn, Gildenlöw maakt het de luisteraar op Panther wederom niet makkelijk. Het kostte me dan ook weken om een beetje gevoel bij het album te krijgen en ik ben er nog steeds niet helemaal uit.
En toen kwam er een discussie over de teksten. Normaal gesproken let ik niet zo enorm op teksten, maar een paar weken geleden las ik een stuk over de teksten van Panther dat maakte dat ik toch nog even specifiek daarnaar luisterde. De schrijver van het stuk betoogde dat Gildenlöw’s teksten eigenlijk neerkomen op “ik ben een bijzonder wezen dat sneller en beter denkt dan het gepeupel” – en dat nog niet eens subtiel ook. Big Bang Theory’s Sheldon Cooper in real life, zeg maar. En verdomd: “Anyway, who the hell do you think you are?/Medicating everyone who’s operating on a faster speed than you are?/Well, I just keep burning clutch/Trying to keep the slower pace of you, the so-called normal” en “Human, human, precious thing/The center of your everything/Concluding therefore that you must be interesting/You talk about your jobs and dreams/Your relatives, vacation plans, and football teams/My mind just swiftly flows up streams” zingt ‘ie. Check het zelf maar, deze citaten zijn zeker niet uit hun verband gerukt. De titelsong is eveneens veelzeggend: “I feel like a panther/Trapped in a dog’s world”. Niet iedereen deelt die mening over de teksten op Panther, maar ik zie er toch ook wat ‘Kanye West goes prog’ in…
Ik ga weer terug naar niet op de teksten letten en kijken of het album de komende weken nog wat verder groeit. Hoe dan ook heeft Pain Of Salvation weer een flinke kluif afgeleverd. Some gnawing required, zeg maar.

Pain Of Salvation website

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer