Voor de weinigen onder ons die waarbij de naam Per Wiberg niet meteen een belletje laat rinkelen een kleine introductie. Ik schreef het al in de aanhef. Per is erg bekend van zijn werk voor en met bekende bands uit vooral de Zweedse scene. Voor 2003 was hij vooral werkzaam als toetsenist bij Spiritual Beggars. Daarnaast deed hij zijn kunsten op albums van onder andere Anekdoten, Arch Enemy, Candlemass en Bacon Brothers. Na 2003 kreeg hij grote bekendheid toen Opeth besloot om een vaste toetsenist toe te voegen aan de line-up. Op de live-dvd Lamentations was hij voor het eerst te zien en Ghost Reveries was het eerste studioalbum waarbij hij als vast teamlid op de cover stond. Nadat hij in 2011 vervangen werd ging hij zijn eigen pad weer op. Zelfs op het laatste album van Dool is hij te horen en hij toert heel veel in onze contreien met zijn band Kamchatka.
In 2019 kwam hij eindelijk met een echt eigen soloalbum met de naam Head without eyes. Toen was ineens de muziek hoorbaar dat uit zijn eigen hart kwam. Niet een mengelmoes van alles wat hij tot dan had gedaan wat eigenlijk iedereen van te voren verwachtte. Hij speelde zelf tevens alle instrumenten behalve de drums.
En nu twee jaar later komt er een vervolg op. En dat is letterlijk zo volgens Per. Na het opnemen van het vorige album voelde het het niet helemaal af en waren de plannen voor een tweede album al snel iets waar hij mee rond liep. Vooral het nummer Anywhere the blood flows vroeg om een vervolg. Eigenlijk is dit hele nieuwe album, dat slechts vier nummers bevat, helemaal thematisch en sfeermatig gebaseerd op deze track. In feite is het één lang nummer dat in vier stukken is geknipt. Ook alle titels achter elkaar vormen de albumnaam. All is well opent en is met 4 minuten het kortste nummer. Een rustig doomachtige donkere sfeer met de zo herkenbare vocalen. In the Land of the Living sluit hier naadloos op aan en is meer uptempo. Dit nummer had zomaar op het debuut kunnen staan. Het tempo, de sfeer, eigenlijk het hele plaatje is een rechte lijn die na twee jaar eindigt op vinyl. Want dat is ook heel bijzonder. Het album komt niet uit op cd maar alleen digitaal en op het zwarte goud. Tegenwoordig moeten er keuzes gemaakt worden waarschijnlijk en is het vorige album minder op cd verkocht. Wie zal het zeggen. But for the rest of us… opent kant B. Het geheel is een experimentele instrumentale jazzy sfeer. Dit intermezzo van ruim 5 minuten is een aanloop naar de afsluiter Lights out. Een fraaie ballad op een zware basis van donkere muziek. Dat Per zelfs ook goed gitaar kan spelen laat hij horen met een zwevende solo op dit nummer.
Ik bespreek nu wel ieder nummer apart maar zo is het natuurlijk niet bedoeld. Luister er naar als één lange epische track dat op geen enkel moment verveelt. Ik vind het zelf echt te gek, maar het zal niet iedereen bekoren. En dat is eigenlijk met het hele album het geval. Dit is niet voor de doorsnee metalhead weg gelegd. Maar een ieder die Per in zijn hart heeft gesloten zal hier ook zeker van smullen. Luister hieronder zelf naar de inspiratie van deze ep en trek een conclusie.