Na het album No Air van het Groningse Perfect Storm was ik heel benieuwd wat het nieuwe album Stairs me zou brengen. Over No Air schreef ik toen het volgende:
“Perfect Storm verrast me met het album No Air. Aan de ene kant moest ik wennen aan de muziek en de in eerste instantie vreemde zijsprongen, maar gaandeweg blijkt het allemaal te passen en weet de band een brug te slaan tussen complexiteit en toegankelijkheid. Tussen eenvoud en experiment. Dat verdient zeker een pluim en Nederland mag weer in zijn handjes knijpen met deze band.”
Met Demon’s Dance wordt al snel duidelijk dat we (weer) te maken hebben met de progressieve broer van Level 42 op het gebied van zang. Hiske Oosterwijk en Adel Saflou bieden met hun samenzang een mooi tafereel dat zich mag afspelen in een easy-progressief stuk muziek dat na bijna zes minuten wel een fikse twist krijgt. Mastermind en gitarist Gert-Jan Schurer heeft zich bij deze opener zeker laten leiden door de sfeer van de progressieve muziek uit de jaren zeventig. Met Skin Deep Sky krijgt Demon’s Dance een innemend vervolg met de bijna breekbare zang van Adel. Langzaam bouwt de compositie zich op binnen het luister-geniet-proggenre waarbij Perfect Storm klassieke elementen heeft toegevoegd om het geheel enorm interessant te maken. Het synthgeluid van Jan Munnik danst daarna een fraaie wals met de gitaarklanken van Gert-Jan. Ergens heeft Perfect Storm daarmee raakvlakken met de collega’s van Knight Area.
Vanuit de serene omgeving van Skin Deep Sky zet Perfect Storm er de vaart meer in in Don’t Go. Tenminste in het begin dan. Hier mag Hiske haar vocalen tevoorschijn toveren en dat doet ze met verve. Een in Nederland onbekende zangeres die meer faam toebedeeld zou moeten krijgen. Muzikaal staat het allemaal als een huis en is het samenspel van de band indrukwekkend. Binnen bepaalde grenzen wordt er gespeeld met ritmes en sfeerbeelden waardoor het geheel erg samenhangend erg aanspreekt. Heeft ze in Don’t Go het alleenrecht in de zangmelodie, In I Am Tomorrow mag ze het weer samen met Adel opknappen. Niet naast elkaar maar met elkaar. Gert-Jan maakt in I Am Tomorrow van de gelegenheid gebruik om zich uit te leven in een uiterst herkenbare gitaarsolo, maar is op de achtergrond minstens zo aanwezig.
Naar de tweede helft van het album krijgt het progressieve karakter naar mijn idee meer body. Misspend heeft diverse elementen uit het genre in zich. Onregelmatige stukken muziek worden gerepeteerd aan de luisteraar gepresenteerd waarin gitaar, drum, bas en keys elkaar versterken en opjutten. Naar het einde toe wordt er nog licht geëxperimenteerd.
Met titelnummer Stairs mag je achterover leunen en je laten onderdompelen door de mee zoet klanken van de muziek van Perfect Storm. Progrock met wat jazzy elementen als ware je verzeild geraakt in een nachtclub van honderd jaar geleden. Smooth en easy. Toch word je halverwege wakker geschud uit je mijmeringen door het drumwerk van Wieger Dijkstra, hoewel na een wat langer muzikaal tussenstuk de basis weer wordt opgepakt om uiteindelijk uit te komen bij de elf minuten durende afsluiter Depraved Mind. Aanvankelijk borduurt het licht verder op Stairs maar al gauw schiet de compositie diverse kanten op. Qua ritme, stijl en tempo. De gitaarbasis van Gert-Jan is altijd aanwezig. Soms wat meer op de voorgrond in schone solo’s, soms sterk riffend op de achtergrond. Het centrale punt in de compositie is heel rustig en enigszins toch verwarrend. In eerste instantie lijkt Depraved Mind soms een complex en ietwat onrustig muziek, maar het is geen verrassing dat de muziek van Perfect Storm zich niet zomaar laat doorgronden. Het is muziek die zichzelf langzaam prijsgeeft na meerdere luisterbeurten. Stairs heeft dus al ettelijke malen mogen bewijzen wat de essentie is van de muziek in deze zeven composities en uiteindelijk wil ik daarom deze recensie op bijna dezelfde manier afsluiten als de vorige.
Perfect Storm verrast me eigenlijk niet met het nieuwe album Stairs Aan de ene kant moest ik wel weer wennen aan de gelaagdheid in de muziek en de in eerste instantie vreemde zijsprongen, maar gaandeweg blijkt het allemaal te passen en weet de band een brug te slaan tussen complexiteit en toegankelijkheid. Tussen eenvoud en experiment. Dat verdient zeker een pluim en Nederland mag weer in zijn handjes knijpen met deze band.