Allereerst is er voor een andere aanpak/aanloop gekozen. Naar aanleiding van openingsnummer Overture waarbij de band klassieke invloeden vermengt met het stevige geluid, zijn de afzonderlijke leden creatief verantwoordelijk geweest voor een eigen nummer. Hierdoor zijn er toch accenten op de EP die niet eerder zo aanwezig waren. De ‘gangbare’ progrock met aanstekelijke teksten komen we tegen in The Summer Jam en Pale Aura. Het laatste nummer kent ultrasnelle stukken, maar de band weet ook uiterst gevoelige stukken in de compositie te plaatsen waarbij wederom het gebruik van de piano niet wordt geschuwd. In Feed The Ground komen we deze afwisseling ook tegen. En vooral in de zwaardere stukken weet Periphery een zeer stevige groove neer te zetten die je helemaal meeneemt. Ook op het gebied van zang is er een goed evenwicht tussen de clean vocals en de grunts. Zanger Spencer Sotelo heeft ontzettend zijn best gedaan en ik vind zijn stemgeluid heel prettig en uitermate geschikt binnen het geluid van de band. Daarnaast ben ik enorm onder de indruk van het drumwerk van Matt Halpern. Geweldig wat deze jongen aan geluid weet neer te zetten. In het eerste instrumentale nummer Zero is juist zijn geluid prominent aanwezig en dat rockt. Van enige regelmaat houdt hij waarempel zeker niet en dat komt ook tot uiting in het tweede instrumentale nummeer: Extraneous. Vol verbazing luister ik dit juweeltje aan percussie keer op keer en ik ben iedere keer weer helemaal content met dit geluid. Waren we ondertussen al getrakteerd op de diverse stijlen, besluiten ze in The Parade Of Ashes nog een flinke portie industriële metal te infiltreren. Dit kwamen we op Periphery II ook tegen in Ragnarok en Epoch. Het nummer klinkt niet alleen krachtig, maar heeft daarmee ook een lekkere beat.
Ik kan niet meer wachten tot Juggernaut uitkomt. Ondertussen ligt deze EP nog wel even op de stapel om dagelijks te draaien.