Na een aantal personele beslommeringen is Railroad namelijk gereduceerd tot een drie-mans formatie. Een moedige beslissing aangezien het vrij ongebruikelijk is om deze muziekstijl (invloeden van o.a. AC/DC, Rose Tattoo) met slechts een gitarist te spelen. Het pakt echter zeer goed uit. De band klinkt frisser en geïnspireerder dan ooit. Zelf beschouwen ze dit dan ook eigenlijk als hun debuutalbum.
Zanger/gitarist Arne Dieckmann heeft het wegvallen van een tweede gitarist uitstekend opgelost door de nummers simpel te houden en ook de gitaarsolo’s niet al te ingewikkeld te maken. Hierdoor blijft de kenmerkende drive van de songs (het handelsmerk van de groep) overeind staan en wordt een tweede gitaar geen seconde gemist. En dat is best knap. Bovendien geeft het de sound van Railroad veel meer karakter omdat de heren meer dan ooit op elkaar aangewezen zijn. Dieckmann heeft er met bassist Steffen Grund en drummer Chris Hanson een hechte eenheid van gemaakt.
Vanaf opener I am (met invloeden van Lynyrd Skynyrd) wordt het gaspedaal meteen ingetrapt en is de toon gezet voor een onvervalst portie hardrock en boogie. Ook Foreign country gaat erin als koek. Opvallend is dat de groep nog nooit zo veelzijdig heeft geklonken als nu. Nummers als The Jungle, Ordinary world en Thinkin’ zijn toch heel iets anders dan we van Railroad gewend zijn. Dieckmann laat horen dat hij als zanger eveneens enorme progressie heeft gemaakt. Met Bad boy, Bottle of beer en het geweldige Stand in line zijn de ouderwetse Railroad stampers eveneens ruim vertegenwoordigd. Liefhebbers van “hardrock ‘n’ boogie” kunnen hun lol op met dit nieuwe album!
www.railroad-rocks.com