Ravenscry is een Italiaanse ‘melodieuze metal band met een zangeres aan het front’. Met 100 leveren ze hun vierde album af. Ik val gelijk maar met de bekende deur in huis: ik ben niet kapot van dit album. Het begon al met de informatie bij dit album en op de website. Dat varieerde van ‘al onze voorgaande albums stonden in de Spotify metal charts’ tot ‘producers die ooit iets te maken hadden met Alice Cooper, Steve Vai, Marilyn Manson, In Flames en Megadeth’. En ‘we stonden op het podium met heel grote bands’. Bij zulke informatie wordt ik argwanend. Ook al heet je Ravenscry….
Giulia Stefani (zang), Mauro Paganelli (gitaar), Federico Schiavoni (gitaar), Andrea “Fagio” Fagiuoli (basgitaar) en Simone “Simon” Carminati (drums) beheersen in mijn beleving maar één kunstje. Het produceren van een donker licht overstuurd geluid die zijn gebaseerd op een aantal riffs met een achtsnarige gitaar. Daar doorheen wordt her en der met wat synthesizer partijen gestrooid. Ook op de zang ben ik kritisch. Vooropgesteld, Giulia Stefani kan zingen. Haar stem is aangenaam zolang ze niet hoeft te forceren. Helaas gebeurt dat regelmatig. Zodra haar stem de hoogte in gaat ontkwam ik niet aan het gevoel dat mijn tenen gingen krommen. Aan zuiverheid laat haar zang op die momenten gewoon te wensen over. En dan duren de 40 minuten van dit album lang.
Op 100 staan elf relatief korte nummers. Ze spelen zich letterlijk af tussen drie en maximaal vijf minuten. De twee kortste nummers, The Door Inside en Leader, van drie minuten bekoorden mij nog het meest. Vooral Leader is met zijn afwijkende geluid en ritme de vreemde eend in de bijt die nog enigszins aan de eenheidsworst kon ontsnappen.
Ik beloof plechtig dat ik mij nooit maar laat (mis)leiden door een bandnaam, hoe mooi deze ook is….