Ray Alder – What The Water Wants

Ray Alder heeft zijn sporen al ruimschoots verdiend als zanger van onder meer de progressieve metal bands Fates Warning en Redemption. Na 30 jaar vond hij het tijd voor zijn eerste solo-album onder eigen naam.
Eerder bracht hij al wel twee albums uit onder de naam Engine, wat hij toch meer band-producties vond. Maar wanneer bestempel je een album als ‘solo’-album? Want op deze cd, met als titel What The Water Wants, doet Alder niet meer dan wat hij altijd al doet: zingen. Muzikaal wordt hij bijgestaan door Mike Abdow, de tour-gitarist van Fates Warning. En Tony Hernando, die naast gitaar ook bedreven is op basgitaar. En en-passant ook drie nummers voor het album schreef. Op drums vroeg Alder zijn oude vriend Craig Anderson. Vanwege diens stijl vond hij hem geschikt voor deze klus.
Dat brengt mij bij het resultaat van de tien nummers met een totale speellengte van 46 minuten. De zangkwaliteiten van Ray Alder staan buiten kijf. Dat bevestigt hij nogmaals op deze cd en in het eerste nummer Lost, waarin hij het hele vocale spectrum laat passeren. Net als Lost zijn Crown Of Thorns en Some Days relatief rustige rocknummers. Ze geven Alder de ruimte zijn gevoelige kant te etaleren. Die ruimte wordt hem door zijn gelegenheids band ook geboden. Want wat zijn dat een klasbakken, wars van elke vorm van egotripperij of spierballenvertoon. Men musiceert volledig in het belang van het geheel, waarbij de uitstekende productie van deze cd alleen maar helpt.
Na deze rustige start wordt met Shine, Under Dark Skies en A Beautiful Lie doorgeschakeld naar stevige kost. Hier komen Fates Warning en Redemption voorzichtig in het vizier. Ik schrijf bewust ‘voorzichtig’, want Ray Alder duikelt niet in de val zich hier voor te doen als frontman van deze bands. Hij blijft vooral zichzelf. Rustpunt van het album en misschien ook wel hoogtepunt is The Road, wat regelrecht uit Alder’s hart gezongen wordt. De goede opbouw van dit album illustreren Wait en What The Water Wanted, waar de albumtitel van is afgeleid. Beiden zijn solide en stevige hardrockers. The Killing Floor, met een onverwacht en vrij abrupt outro, is het slotakkoord van dit positief verrassende album.

Related posts

A La Carte – Born To Entertain

Objector – Slave New World

Grendel’s Sÿster – Katabasis into the Abaton/Abstieg in die Traumkammer