Dat begint al met de opener Ocean’s Apart. Een nummer met een uiterst hoge hitpotentie. Het klinkt allemaal lekker soepel, heeft een aansprekende hardrockriff, een lekker tempo en het rasperige stemgeluid van Chity Somapala maakt het geheel af. Het nummer is daarbij duidelijk opgebouwd. Maar ook Believing A Lie, Serpent’s Smile, Silent Roaring en My Lonely Heeaven klinken lekker weg. Met het keyboardgeluid in het laatstgenoemde nummer legt Markus Teske niet alleen zijn stempel als componist op het nummer. Zijn keyboard geeft in combinatie met een lekker gitaargeluid extra diepte aan het nummer. De basis van het nummer geeft het geheel daarbij een pulserend accent mee, waardoor je blijft luisteren. In Diggin’In The Dirt lijken de oempa-loempa’s uit de Sjakiefilm van Tim Burton te figureren in de refreinen en heeft het stemgeluid van Chity overeenkomsten met het geluid van Klaus Meine. Meer richting stevige powermetal komen we uit bij Spear Of Fate. Ook hier is het nummer gebouwd op een stabiele riff, een dito ritmesectie en het ijle keyboardgeluid dat het geheel naar een hoger niveau tilt. De instrumentale orchestrale tussenstukjes geven het nummer een verrassende wending. Maar ook het titelnummer Haze Of Nemesis, dat een vleugje oosterse sfeer in zich heeft, en My Serenade zijn verrassend. My Serenade is het eerste (lange) epische nummer in de geschiedenis van de band. Om het nummer boeiend te houden zijn er diverse onregelmatige intermezzo’s ingebouwd binnen een verder evenwichtig nummer. De rustige (piano) stukken staan hierbij mooi in contrast met de stevigere delen. Dat Red Circuit een gevoelige kant raakt, is ook te merken in de bonustrack Soldier Of Fortune. Hoewel de eerste tonen van het intro nogal Stairway To Heaven zijn blijft het een mooi nummer. Wat zeker ook te zeggen valt van My World Collides waarin niemand minder dan Amanda Somerville (o.a. Avantasia) het duet aangaat met Chity. Muzikaal gezien is het nummer niet heel bijzonder, maar de melodie en de uitvoering zijn uiterst doeltreffend uitgevoerd en daarmee is het zeker een nummer om lekker van te genieten.
Ik mag concluderen dat het derde schijfje van Red Circuit er één is van bovengemiddeld niveau. De nummers zijn niet heel bijzonder of origineel, maar klinken wel als een klok. Daarbij vormen de nummers samen een mooi evenwichtig geheel met ieder een eigen karakter. Zoals de individuele muzikanten samen één goede band vormen, zo is het album ook samengesteld. Lekker luistervoer. Daarbij moet nog even opgemerkt worden dat het geheel met DVD aangeschaft kan worden. De DVD geeft een concertregistratie weer van het Progpower Festival in Atlanta uit 2011.