Ik zou het als beschaafde blues willen omschrijven. Dat is een term waarvan je de koude rillingen over de rug zouden kunnen lopen, maar dat is niet nodig. Zowel uitvoeringen als productie zijn heel helder en met een duidelijke definitie van de instrumenten. Ook Van Bergen heeft zanglijnen en een frasering die als vrij netjes te omschrijven zijn, vandaar mijn omschrijving. Eigenlijk best opmerkelijk: Van Bergen zegt zelf nogal van rauwe randjes te houden…
Het zijn twaalf songs, waarvan elf van de hand van Van Bergen. Het gaat qua stijl allerlei kanten op, wat ook niet zo gek is wanneer de termen Deltablues én New Orleans van toepassing zijn. Soms wat meer traditioneel bluesy, soms met een swing die je eerder aan Allen Toussaint doet denken, op andere momenten een ver uitgeklede versie van Little Feat. Maar je hoort ook randjes rockabilly en swamp blues. Middle Of The Night heeft zelfs wel iets van seventies poprock, zonder overigens uit de toon te vallen. Mijn favoriet is Junk In The Trunk, door de ferme funky ondertoon. Van Bergen is een uitstekende gitarist, dat is duidelijk. Toch kiest hij vaak voor een eenvoudige riff om de song mee op te bouwen. De tierlantijnen bewaart hij voor de solo’s, en dan nog zijn die in de eerste plaats in dienst van de melodie. Van Bergen is een teamplayer, geen gitarist met begeleiding, en daar hoor je op Walk On In.
Het zijn de uitvoeringen die hier voor de eenheid zorgen, want het geluid is steeds erg herkenbaar. Producer Eric Spanjers heeft ook met percussie bijgedragen, Roel Spanjers zorgde voor wat piano en Hammondorgel (Can’t Keep Up!) en Gait Klein Kromhof zorgt voor prachtig mondharmonicawerk in Love My Baby.
Het album wordt afgesloten met de enige cover, de traditional I’m Willin’ met alleen Van Bergen op gitaar en zang. Die klinkt alsof ‘ie in de jaren dertig vier meter van Robert Johnson is opgenomen. Het is een fraaie afsluiter van een gevarieerd album vol beschaafde blues. Maar wel fijne beschaafde blues.
Rootbag website